Landgebruik
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
Service types
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
De Atlas van de woonuitbreidingsgebieden geeft voor alle woonuitbreidingsgebieden in Vlaanderen aan of ze vanuit juridisch of planologisch oogpunt kunnen ontwikkeld worden voor woningbouw, rekening houdend met het Vlaamse beleid rond ruimtelijke ordening. De Atlas houdt rekening met de opties van de op dit moment gekende plannen (algemeen plan van aanleg (APA), bijzonder plan van Aanleg (BPA), ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS), afbakeningsprocessen stedelijke gebieden, duinendecreet, habitatrichtlijngebieden, goedgekeurde niet-vervallen verkavelingen, woningbehoeftestudies, principiële akkoorden, enz.). Belangrijk: de Atlas vervangt de genoemde plannen niet. Deze plannen kunnen wijzigen en er kunnen plannen bijkomen. Bijgevolg is de Atlas slechts een momentopname, die regelmatig zal moeten bijgewerkt worden om zijn actualiteitswaarde te behouden. De aanduidingen in de Atlas houden bovendien geen rekening met eventuele beperkingen die van toepassing kunnen zijn als gevolg van andere sectorale regelgeving, vb. bosdecreet, natuurdecreet, watertoets, veiligheidsrapportage, Milieueffectenrapportering (MER) enz. Sinds 7 juli 2023 is een nieuw decretaal regime van toepassing voor de woonreservegebieden, waartoe ook de woonuitbreidingsgebieden behoren. In essentie houden die bepalingen in dat onbebouwde (delen van) woonreservegebieden niet kunnen ontwikkeld worden zonder voorafgaand “vrijgavebesluit” van de gemeenteraad. Meer info op https://omgeving.vlaanderen.be/nl/decreet-woonreservegebieden De gegevens uit de Atlas vervangen niet de afweging die de decretale bepalingen vereisen voor de vrijgave van een woonreservegebied. Dat Atlas heeft een louter informatieve waarde voor wat betreft een aantal van de afwegingscriteria. Meer info: https://omgeving.vlaanderen.be/atlas-woonuitbreidingsgebieden
-
Deze kaartlaag geeft de natuurdoelen voor de natuurontwikkelingsgebieden van het Sigmaplan. De laag is een ruimtelijke vertaling van de natuurdoelstellingen die in 2005 voor het Schelde-estuarium, haar vallei en zijrivieren werden geformuleerd (Adriaensen et al. 2005, Instandhoudingsdoelstellingen Schelde-estuarium - ECOBE 05-R82, UA – IN - KULeuven) en in 2014 in de S-IHD 36 Zeeschelde (SIGMA). De uitvoering van het Sigmaplan richt zich op deze doelen en draagt zo bij aan de realisatie van de taakstelling uit het Managementplan 36 Zeeschelde (SIGMA) voor de SBZ-H BE2300006 en SBZ-V BE2300222, BE2301235 en BE2301336. De natuurdoelen bevinden zich deels buiten SBZ. De kaartlaag is richtinggevend voor de inrichting en het beheer van de natuurontwikkelingsgebieden van het Sigmaplan. Het is een werkkaart die frequent geactualiseerd wordt op basis van nieuwe inzichten en de concrete uitvoering van de inrichtingsplannen. De begrenzing van de doelen is gebaseerd op ecologische potenties zoals berekend in voorbereidende inrichtingsstudies en -visies. Voor de gebieden waarvoor dergelijke data nog niet beschikbaar is, is het doel afgeleid uit het Meest Wenselijk Alternatief van het geactualiseerde Sigmaplan.
-
Deze kaartlaag geeft de natuurdoelen voor de natuurontwikkelingsgebieden van het Sigmaplan. De laag is een ruimtelijke vertaling van de natuurdoelstellingen die in 2005 voor het Schelde-estuarium, haar vallei en zijrivieren werden geformuleerd (Adriaensen et al. 2005, Instandhoudingsdoelstellingen Schelde-estuarium - ECOBE 05-R82, UA – IN - KULeuven) en in 2014 in de S-IHD 36 Zeeschelde (SIGMA). De uitvoering van het Sigmaplan richt zich op deze doelen en draagt zo bij aan de realisatie van de taakstelling uit het Managementplan 36 Zeeschelde (SIGMA) voor de SBZ-H BE2300006 en SBZ-V BE2300222, BE2301235 en BE2301336. De natuurdoelen bevinden zich deels buiten SBZ. De kaartlaag is richtinggevend voor de inrichting en het beheer van de natuurontwikkelingsgebieden van het Sigmaplan. Het is een werkkaart die frequent geactualiseerd wordt op basis van nieuwe inzichten en de concrete uitvoering van de inrichtingsplannen. De begrenzing van de doelen is gebaseerd op ecologische potenties zoals berekend in voorbereidende inrichtingsstudies en -visies. Voor de gebieden waarvoor dergelijke data nog niet beschikbaar is, is het doel afgeleid uit het Meest Wenselijk Alternatief van het geactualiseerde Sigmaplan.
-
Deze kaart geeft de afbakeningen weer van de stedelijke gebieden in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Deze afbakening gebeurt aan de hand van de definitieve vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). Volgens de taakverdeling van het RSV worden de grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden afgebakend door het Vlaams gewest (via gewestelijke RUP), en de kleinstedelijke gebieden door de provincies (via provinciale RUP). Deze kaart maakt een indeling volgens type stedelijk gebied op basis van RUP die definitief goedgekeurd zijn. Deze afbakeningen hebben een beleidsmatige waarde. Ze geven aan in welke gebieden een ruimtelijk beleid voor stedelijke gebieden van kracht is. Buiten deze gebieden wordt een ruimtelijk beleid voor buitengebied gevoerd. Deze afgebakende gebieden geven dus informatie over de beleidsmatige wenselijkheid van het al dan niet stedelijk zijn van elk perceel in Vlaanderen. De afbakeningen kwamen tot stand na een planningsproces met lokale en bovenlokale actoren, en dus niet via een rekenalgoritme.
-
Vectorieel bestand van gebieden zoals bedoeld in het INSPIRE thema 'Landgebruik - Bestaand landgebruik'.De elementen zijn afkomstig uit de 'Bedrijventerreinpercelen'.
-
Deze laag toont de ontginningsgebieden per delfstoftype. Deze laag is een bewerking op het overzicht van ontginningsgebieden beschikbaar in de Ontginningsverkenner.
-
Dit is een opportuniteitenkaart voor ontharding met scores voor de onthardingsopportuniteit van een weg die als ‘te breed’ is geclassificeerd zoals uiteengezet in het rapport. Wegen die opgenomen zijn in de dataset zijn afkomstig uit het middenschalig referentiebestand Wegenregister, versie 2020. Wegen worden ontworpen in functie van het heersende snelheidsregime. Wanneer het snelheidsregime van een weg aangepast wordt, kan het voorkomen dat de fysieke weg overgedimensioneerd is. Hierin liggen opportuniteiten om wegen te gaan ontharden in de breedte. Deze opportuniteitenkaart in verband met 'te veel weg in breedte' draagt bij aan de opmaak van de finale kansenkaart voor onthardingswinst (https://www.vlaanderen.be/datavindplaats/catalogus/kansenkaart-onthardingswinst). Om efficiënt en effectief de verhardingsgraad terug te dringen, is het belangrijk zicht te krijgen op die locaties die het meest kansrijk zijn voor een ontharding van de bodem. Om te bepalen waar ontharding het meest kansrijk is, werd aldus de kansenkaart onthardingswinst (en afwegingskader) ontwikkeld. De opportuniteitenkaarten – waaronder de opportuniteitenkaart in verband met teveel weg in breedte - tonen per parameter of een verharde locatie moeilijk of makkelijk te ontharden is uitgaande van de eigenschappen van de verharding zelf en dus een grote of kleine opportuniteit voor ontharding heeft. Meer informatie over de totstandkoming van alle prioriteiten- en opportuniteitenkaarten en de uiteindelijke combinatie tot de finale kansenkaart onthardingswinst vind je in het eindrapport van de studie uitgevoerd in opdracht van het departement Omgeving: https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-1
-
Dit is een opportuniteitenkaart voor ontharding met scores voor de onthardingsopportuniteit van een weg waar geen adressen aan gelegen zijn. Wegen die opgenomen zijn in de dataset zijn afkomstig uit het middenschalig referentiebestand Wegenregister, versie 2020. Onthardingsopportuniteiten binnen weginfrastructuur kunnen gevonden worden daar waar wegen redundant zijn binnen het netwerk. Het betreft wegen die noch een (noodzakelijke) verbindende functie hebben noch een (noodzakelijke) ontsluitende functie hebben. Hierbij kunnen volledige wegsegmenten opportuun zijn om te ontharden, waardoor weg in de lengte wordt weggehaald. Deze opportuniteitenkaart in verband met 'te veel weg in lengte' draagt bij aan de opmaak van de finale kansenkaart voor onthardingswinst (https://www.vlaanderen.be/datavindplaats/catalogus/kansenkaart-onthardingswinst). Om efficiënt en effectief de verhardingsgraad terug te dringen, is het belangrijk zicht te krijgen op die locaties die het meest kansrijk zijn voor een ontharding van de bodem. Om te bepalen waar ontharding het meest kansrijk is, werd aldus de kansenkaart onthardingswinst (en afwegingskader) ontwikkeld. De opportuniteitenkaarten – waaronder de opportuniteitenkaart in verband met ‘te veel weg in lengte’ - tonen per parameter of een verharde locatie moeilijk of makkelijk te ontharden is uitgaande van de eigenschappen van de verharding zelf en dus een grote of kleine opportuniteit voor ontharding heeft. Meer informatie over de tot standkoming van alle prioriteiten- en opportuniteitenkaarten en de uiteindelijke combinatie tot de finale kansenkaart onthardingswinst vind je in het eindrapport van de studie uitgevoerd in opdracht van het departement Omgeving: https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-1
-
Dit is een opportuniteitenkaart voor ontharding die betrekking heeft op niet-kerngebonden gebouwen, gelegen in overstromingsgevoelige gebieden. Hierbij worden scores toegekend aan gebouwen uit de dataset ‘Grootschalig Referentiebestand Vlaanderen’ versie 2020. Er wordt geen verdere differentiatie gemaakt in de score. Indien een gebouw buiten de kern in overstromingsgebied ligt krijgt het de maximale score van 5. Deze opportuniteitenkaart in verband met niet-kengebonden bebouwing in overstromingsgebied draagt bij aan de opmaak van de finale kansenkaart voor onthardingswinst (https://www.vlaanderen.be/datavindplaats/catalogus/kansenkaart-onthardingswinst). Om efficiënt en effectief de verhardingsgraad terug te dringen, is het belangrijk zicht te krijgen op die locaties die het meest kansrijk zijn voor een ontharding van de bodem. Om te bepalen waar ontharding het meest kansrijk is, werd aldus de kansenkaart onthardingswinst (en afwegingskader) ontwikkeld. De opportuniteitenkaarten – waaronder deze opportuniteitenkaart van niet-kerngebonden bebouwing in overstromingsgevoelige gebieden - tonen per parameter of een verharde locatie moeilijk of makkelijk te ontharden is uitgaande van de eigenschappen van de verharding zelf en dus een grote of kleine opportuniteit voor ontharding heeft. Meer informatie over de totstandkoming van alle prioriteiten- en opportuniteitenkaarten en de uiteindelijke combinatie tot de finale kansenkaart onthardingswinst vind je in het eindrapport van de studie uitgevoerd in opdracht van het departement Omgeving: https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-1
-
Geïntegreerde prioriteitenkaart voor de onthardingswinst “natuurontwikkeling en -verbinding” is samengesteld uit één criteriumkaart en valt ermee samen, nl. die van natuurontsnippering. Verharde gebieden die binnen een natuur- en habitatbeschermingszone liggen krijgen een maximale score (5) voor deze onthardingsprioriteit. Verharding heeft een grote invloed op de toestand van het natuurlijk landschap: de groenblauwe gebieden verkleinen en de leefgebieden van soorten worden erdoor gefragmenteerd. Deze geïntegreerde kaart rond natuurontwikkeling en -verbinding draagt bij aan de opmaak van de finale kansenkaart voor onthardingswinst (https://www.vlaanderen.be/datavindplaats/catalogus/kansenkaart-onthardingswinst ). Om efficiënt en effectief de verhardingsgraad terug te dringen, is het belangrijk zicht te krijgen op die locaties die het meest kansrijk zijn voor een ontharding van de bodem. Om te bepalen waar ontharding het meest kansrijk is, werd aldus de kansenkaart onthardingswinst (en afwegingskader) ontwikkeld. De geïntegreerde prioriteitenkaarten rond ontharding – waaronder dus deze kaart voor natuurontwikkeling en -verbinding - tonen per parameter of een verharde locatie een grote of kleine impact heeft op de omgeving en dus een grote of kleine prioriteit voor ontharding heeft. Meer info over de totstandkoming van alle prioriteiten- en opportuniteitenkaarten en de uiteindelijke combinatie tot de finale kansenkaart onthardingswinst vind je in het eindrapport van de studie uitgevoerd in opdracht van het departement Omgeving: https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-1