Type
 

dataset

8418 record(s)
 
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 8418
  • De Vlaamse gemeentelijke demografische vooruitzichten 2021-2040 van Statistiek Vlaanderen maken een inschatting van de evolutie van de bevolking en van de huishoudens voor 299 gemeenten van het Vlaamse Gewest. Het aantal inwoners in Herstappe is te klein om op te nemen in de vooruitzichten.

  • The RATO - daily operations commissioned by the Province East Flanders, Belgium dataset is an event dataset published by RATO. The dataset includes data on management actions on invasive alien species and nuisance species, predominantly in the province of East Flanders and from 2021 onwards. Here it is published as a standardized Darwin Core Archive and includes for each occurrence record an occurrenceID, date, location, scientific name, sampling protocol, sampling effort and the number of recorded individuals or biomass. Issues with the dataset can be reported at https://github.com/riparias/rato-occurrences/issues. We have released this dataset to the public domain under a Creative Commons Zero waiver. We would appreciate it if you follow the INBO norms for data use (https://www.inbo.be/en/norms-data-use) when using the data. If you have any questions regarding this dataset, don't hesitate to contact us via the contact information provided in the metadata or via opendata@inbo.be. This dataset was published as open data for the LIFE RIPARIAS project (Reaching Integrated and Prompt Action in Response to Invasive Alien Species https://www.riparias.be/), with technical support provided by the Research Institute for Nature and Forest (INBO).

  • The Monitoring of fishes and crustaceans by Province East Flanders in Flanders, Belgium is an sampling event dataset published by the Province East Flanders (Belgium). The data are collected from targeted monitoring on non-navigable watercourses, from 1985 onwards. Earlier collected data was digitized afterwards, newly collected data is digitized immediately. Only non-threatened species are presented in this dataset. The data are published as a standardized Darwin Core Archive and includes for each occurrence record an occurrenceID, date, location, quantification, length, weight where available and scientific name. Also the physico-chemical parameters of the watercourses at that moment are given when available. Issues with the dataset can be reported at https://github.com/riparias/pov-fishes-occurrences/issues We have released this dataset to the public domain under a Creative Commons Attribution License. We would appreciate it if you follow the INBO norms for data use (https://www.inbo.be/en/norms-data-use) when using the data. If you have any questions regarding this dataset, don't hesitate to contact us via the contact information provided in the metadata or via opendata@inbo.be.

  • In DOV worden de resultaten van sonderingen ter beschikking gesteld. Bij het uitvoeren van de sondering wordt een sondeerpunt met conus bij middel van buizen statisch de grond ingedrukt. Continu of met bepaalde diepte-intervallen wordt de weerstand aan de conuspunt, de plaatselijke wrijvingsweerstand en/of de totale indringingsweerstand opgemeten. Eventueel kan aanvullend de waterspanning in de grond rond de conus tijdens de sondering worden opgemeten met een waterspanningsmeter. Het op diepte drukken van de sondeerbuizen gebeurt met een indrukapparaat. De nodige reactie voor het indrukken van de buizen wordt geleverd door een verankering en/of door het gewicht van de sondeerwagen. De totale indrukcapaciteit varieert van 25 kN tot 250 kN, afhankelijk van apparaat en opstellingswijze.

  • In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte. Gekoppeld aan de boringen zijn waar beschikbaar ook formele interpretaties van de stratigrafie.

  • Monitoring of invasive alien species by the Province East Flanders, Belgium dataset is an occurrence dataset published by the Province East Flanders (Belgium). The dataset is created by ad-hoc in-field spotting of invasive species. Here it is published as a standardized Darwin Core Archive and includes for each occurrence record an occurrenceID, date, location, quantification where available and scientific name. Issues with the dataset can be reported at https://github.com/riparias/pov-ias-plants-occurrences/issues. We have released this dataset to the public domain under a Creative Commons Attribution License. We would appreciate it if you follow the INBO norms for data use (https://www.inbo.be/en/norms-data-use) when using the data. If you have any questions regarding this dataset, don't hesitate to contact us via the contact information provided in the metadata or via opendata@inbo.be.

  • Op de kaart worden verontreinigde sites die mogelijks een significante blootstelling aan radon kunnen veroorzaken weergegeven. De sites worden door het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) als antropogene radonrisicozone beschouwd. Indien een site als antropogene radonrisicozone wordt beschouwd, betekent dat niet noodzakelijk dat de bebouwing van gebouwen daar verboden is : echter, indien wordt gebouwd op deze percelen, moeten gepaste preventiemaatregelen tegen radon worden voorzien en een opvolging van de radonconcentratie gebeuren. De verontreinigingsgraad die op de verschillende sites wordt gemeten is vaak beperkt en veroorzaakt geen acute risico's. Een meerderheid van de sites is met radium verontreinigd; het meest significant risico is dan de blootstelling aan radon in geval van bebouwing op de betrokken site; zowel arbeidsplaatsen als woningen. Indien graafwerken worden uitgevoerd op de site moeten beschermingsmaatregelen worden nageleefd – in het bijzonder om inhalatie en ingestie van radioactieve stoffen door de werknemers te beperken.

  • Deze doorzichtige GRB-laag bevat per perceel een link naar de bodemverontreinigingsfiche.

  • In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte.

  • Het Belgische bodemclassificatiesysteem bestaat uit een bodemtype dat overeenkomt met één van de 3 classificatietypes: de algemene, de kuststreek en de kunstmatige gronden classificatie. Het bodemtype van de algemene Belgische bodemclassificatie wordt opgebouwd uit verschillende onderdelen zoals een substraat, textuurklasse, drainageklasse, profielontwikkelingsgroep, fasen en varianten. Dit morfogenetisch classificatiesysteem kon niet toegepast worden in de kuststreek, aangezien de bodems in deze streek geen profielontwikkeling vertonen. Daardoor wordt voor de kuststreek een apart Belgisch classificatiesysteem gebruikt. Ook voor bodemprofielen met een sterke menselijke verstoring, kunstmatige gronden, bestaat er binnen België een apart classificatiesysteem. Naast de Belgische bodemclassificatiesystemen wordt ook de internationale World Reference Base (WRB) bodemclassificatie gebruikt. Het WRB systeem gebruikt ‘Reference Soil Groups' (RSG’s), ‘Principal Qualifiers’ (PQ’s) en 'Supplementatry Qualfiers' (SP's). Naast het Belgische bodemclassificatiesysteem en de WRB classificatie bevat de databank ook andere bodemclassificaties aangeduid als extra bodemclassificaties met o.a. de bodemclassificaties volgens het Aardewerk systeem. De Aardewerk classificatie is een voorloper van de Belgische bodemclassificatie en werd enkel in de beginjaren van de Belgische bodemkartering toegepast.