From 1 - 10 / 28
  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor waterkracht, zowel voor wat betreft de sluizen als de watermolens. We baseren ons hiervoor op de inventarisatie van het waterkrachtpotentieel van de vzw TSAP uit 1996. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor diepe geothermie (> 500 m diepte).Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. In het resulterend geschikt gebied wordt vervolgens het maximum aan diepe geothermiecentrales geplaatst, gegeven het feit dat ze minstens 3km van mekaar verwijderd moeten zijn.  Voor de inschatting van de productie baseren we ons op de studie ‘EFRO-studie Geothermie: ruimtelijke inplantingsanalyses’ (Vranckx et al., 2015, VITO) waarin een inschatting gemaakt werd van het potentieel vermogen van diepe geothermie in Vlaanderen op basis van de temperatuur van de top van de Dinantiaanlaag. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende potentieel voor elektriciteitsproductie ingeschat voor de volgende hernieuwbare technologievormen: PV, wind op land, waterkracht en biomassa. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor particuliere zonneboilers. Voor de inschatting van het productiepotentieel baseren we ons op het aantal huishoudens per gemeente dat momenteel nog niet over een zonneboiler beschikt en hun te verwachten warmtevraag voor sanitair warm water. Dit potentieel wordt vervolgens ruimtelijk toegekend aan het nog resterend residentieel dakoppervlak. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Het aantal zonneboilers per gemeente voor het jaar 2014 is afkomstig van VEA op basis van data uit de EPB-aangiftes en de premies uitgereikt door de netbeheerders. Hieruit wordt de warmteproductie ingeschat, met onderscheid tussen huishoudelijke en niet-huishoudelijke zonneboilers. Tenslotte wordt het gemeentelijk aantal toegewezen aan het residentieel en tertiair dakoppervlak binnen de gemeente. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor grootschalige wind dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. Voor grootschalige wind wordt uitgaan van een windturbine van 2,3 MW.  Hierbij stemmen we de keuze van de positieve en negatieve ruimtelijke aanknopingspunten af op de huidige beleidscontext zodat er heel wat bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden zijn ten opzichte van het technisch scenario. Voor een overzicht wordt verwezen naar het rapport.  Binnen de beschikbare ruimte wordt vervolgens een maximum aan windturbines geplaatst, rekening houdend met een minimale afstand die tussen de windturbines te respecteren is. Gegeven de huidige context en beleidsdoelstellingen wordt het productiepotentieel op basis van de beschikbare ruimte ingeperkt tot 38%. De resultaten worden voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de huidige warmteproductie vanuit grondgekoppelde warmtepompen in Vlaanderen en is gebaseerd op een inventaris die opgesteld werd door Terra Energy. De middelgrote en grote systemen werden met hun exacte locaties en productiecijfers in de EnergieAtlas opgenomen. De productie vanuit kleine particuliere installaties werd op gemeentelijk niveau ingeschat en vervolgens ruimtelijk toegewezen aan de bebouwde percelen. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor biomassa, versie 3/03/2016. Deze bevat installaties die enkel elektriciteit produceren en installaties die zowel elektriciteit als warmte produceren (of WKK-installaties). Biomassa-installaties die enkel warmte produceren zijn bijgevolg geen onderdeel van deze kaart. Voor de inschatting van de productie wordt meestal gebruik gemaakt van algemene kengetallen. Voor grotere productie-installaties en afvalverbrandingsovens werd wel maximaal uitgegaan van werkelijke productiecijfers (uit bv. jaarverslagen). Bovendien wordt enkel het hernieuwbaar aandeel van de productie opgenomen in de EnergieAtlas. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.