Departement Omgeving
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 1 m-resolutie geeft voor elke cel aan of deze wel of niet is afgedekt. De JaarBAK is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Voor dit laatst beschikbare jaar gaat het om een voorlopige versie zonder continuïteitscorrectie. Die correctie zet afwijkingen doorheen de tijd recht, maar kan enkel toegepast worden wanneer ook de JaarBAK van het volgende jaar bestaat. Zodra dit het geval is, wordt deze voorlopige versie vervangen door de definitieve versie. In de tussentijd kan de voorlopige versie al gebruikt worden voor analyses, weliswaar met de nodige omzichtigheid. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.
-
De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 1 m-resolutie geeft voor elke cel aan of deze wel of niet is afgedekt. De JaarBAK is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.
-
Het Decreet op de Ruimtelijke Ordening van 18 mei 1999 (verder DRO) bepaalt dat het vroegere systeem van gewestplanwijzigingen en bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) vervangen wordt door zogenaamde ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's).Deze plannen worden opgemaakt om uitvoering te geven aan de ruimtelijke structuurplannen en worden bijgevolg steeds opgemaakt vertrekkende vanuit de visie van dergelijke strategische beleidsplannen.Een RUP bevat elementen van bestemming, beheer en inrichting. Deze informatie zit vervat in stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn op een stuk grondgebied en bijgevolg een ruimtelijke link hebben (al dan niet perceelsgebonden).Artikel 63 van het DRO bepaalt dat gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zones kunnen aanduiden waar een recht van voorkoop geldt. Dit wordt mee opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.Bovendien kunnen meerdere instanties begunstigd worden. Het ruimtelijk uitvoeringsplan bepaalt aldus de rangorde.Volgens het DRO worden er RUPs opgemaakt op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau (art 37). Deze dataset is voorlopig nog in opbouw.
-
Seveso-inrichtingen zijn inrichtingen met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen op hun bedrijfsterrein die vallen onder het toepassingsgebied van de Seveso-richtlijn betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen hogedrempel- en lagedrempelinrichtingen. Deze datalaag omvat de terreingrenzen van de Seveso-inrichtingen in Vlaanderen.
-
De kaart bevat de geplande en gerealiseerde ontsnipperingsprojecten ter hoogte van (gewest-)wegen in Vlaanderen. Dergelijke projecten bieden een antwoord op versnippering door weginfrastructuur. Leefgebieden en migratieroutes van inheemse fauna worden opnieuw met elkaar verbonden door ontsnipperende maatregelen. Deze kunnen heel zichtbaar zijn, bijvoorbeeld onder de vorm van ecoducten, maar ook minder opvallend, zoals ecoduikers of ecotunnels met een begeleidend raster.De Vlaamse overheid werkt sinds september 2020 voor dergelijke projecten met een onderbouwd meerjarenprogramma, namelijk het ‘Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) – deel I (Wegen)’. Het legt de samenwerking vast tussen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), het Departement Omgeving (DOMG) en het Agentschap Natuur en Bos (ANB) voor de financiering en uitvoering van ontsnipperingsprojecten. Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) levert wetenschappelijke ondersteuning.
-
Overzicht van de gebieden waarin een voorkooprecht is ingesteld in uitvoering van art. 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten (B.S. 21/01/2015). Het decreet complexe projecten definieert een “complex project” als een project van groot maatschappelijk en ruimtelijk strategisch belang dat om een geïntegreerd vergunningen- en ruimtelijk planproces vraagt. Dit decreet vermeldt een aantal criteria waaruit dit groot maatschappelijk en ruimtelijk strategisch belang kan blijken. Het voorkooprecht binnen deze complexe projecten kan uitgeoefend worden ter verwezenlijking van een voorkeursbesluit of een projectbesluit bij verkoop van een onroerend goed dat ligt in de gebieden die afgebakend zijn als gebieden waar het recht van voorkoop geldt in het grafische plan of in het herkenbare onderdeel dat geldt als ruimtelijk uitvoeringsplan.
-
-
-
-