• Metadata Vlaanderen
  •   Zoeken
  •   Kaart

Genenbronnen Bosbouw

Standaard

Versie
1.0
Datum
2022-10-28
maker
  Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Havenlaan 88 bus 73 , 1000 , België
+32 (0)2 430 26 37

Objecttype

Naam
Uitgangsmateriaal
Definitie
Polygoon genenbronnen - uitgangsmateriaal
Abstract
false

Elementen

Naam lid
Latijnse Soortnaam
Definitie
Latijnse benaming van de belangrijkste boom- of struiksoort in de collectie

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Soort_Lat
Naam
Tekst (60)

Elementen

Naam lid
Nederlandse soortnaam
Definitie
Nederlandse benaming van de belangrijkste boom- of struiksoort in de collectie

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Soort_Ned
Naam
Tekst (60)

Elementen

Naam lid
Type collectie
Definitie
Er worden drie types van levende collecties onderscheiden. Uitgangsmateriaal Bosbouwkundig uitgangsmateriaal omvat levende collecties van bomen en struiken die de basis vormen voor de productie van bosbouwkundig teeltmateriaal zoals zaden, plantendelen en plantgoed. In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal, mag teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht enkel geoogst worden op erkend uitgangsmateriaal. Het erkend uitgangsmateriaal wordt als “toegelaten eenheid” met een unieke referentiecode ingeschreven in het Register van het Bosbouwkundig Uitgangsmateriaal dat door het INBO wordt bijgehouden. Proefpercelen In 1948 werd aan het INBO (toenmalig Instituut voor Populierenteelt) een selectie- en veredelingsprogramma rond populier uitgebouwd, gericht op voorbrengen van populierenklonen gekenmerkt door een hoge en kwalitatief hoogwaardige houtproductie. Vanaf de jaren ’80 werd dit veredelingsprogramma verder uitgebreid naar andere economisch belangrijke boomsoorten zoals wilg, boskers, gewone es, zwarte els, gewone esdoorn en wintereik. Ter ondersteuning van dit veredelingsonderzoek werden talloze veldproeven aangelegd waarin periodisch meerdere bosbouwkundig relevante kenmerken werden gemeten en geobserveerd (groeikracht, vorm, ziekteresistentie, fenologie). In het kader van de klimaatverandering worden sinds enkele jaren bijkomende veldproeven aangelegd. Doelstelling is het aanpassingsvermogen van boom- en struiksoorten in beeld te brengen door het uitvoeren van observaties in jaren met uiteenlopende klimatologische condities en in veldproeven aangelegd op sterk verschillende standplaatsen. Basiscollecties Aan het INBO worden sinds meer dan een halve eeuw basiscollecties aangelegd van diverse boom- en struiksoorten. Enerzijds vormden deze uiterst waardevolle collecties de basis van jarenlange veredelingsprogramma’s van economisch waardevolle boomsoorten met als einddoel de selectie of creatie van genetisch hoogwaardig uitgangsmateriaal. Anderzijds werden recenter meerdere collecties aangelegd in functie van het behoud van waardevolle (autochtone) genotypes en/of populaties van inheemse boom- en struiksoorten.

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Type_Col
Naam
Tekst (40)

Elementen

Naam lid
Hoogteligging
Definitie
Hoogteligging van de collectie uitgedrukt in meter boven de zeespiegel

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Altitude
Naam
Tekst (20)

Elementen

Naam lid
Registernummer voor 2017
Definitie
Het registernummer vóór 2017 was gebaseerd op de indeling van België in 9 herkomstgebieden en deelgebieden en was qua syntax navenant gestructureerd

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Reg2017
Naam
Tekst (20)

Elementen

Naam lid
Registernummer vanaf 2017
Definitie
Het registernummer is een unieke referentiecode waarmee alle uitgangsmateriaal is ingeschreven in het Register van het Bosbouwkundig Uitgangsmateriaal Vanaf 2017 werd Vlaanderen beschouwd als één herkomstgebied. De indeling ten zuiden van Samber en Maas bleef behouden

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Register
Naam
Tekst (20)

Elementen

Naam lid
Erkende Naam
Definitie
Naast het registernummer wordt aan het uitgangsmateriaal tevens een erkende benaming gegeven. Doorgaans is dit het plaatselijke toponiem

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Naam_UM
Naam
Tekst (60)

Elementen

Naam lid
Type uitgangsmateriaal
Definitie
Er worden zes types van uitgangsmateriaal onderscheiden

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Type_UM
Naam
Tekst (40)
Codelijst
Code Label Definitie
Zaadbron Zaadbron bomen in een gebied waar zaad wordt verzameld
Bestand Bestand een afgebakende, wat samenstelling betreft voldoende uniforme populatie bomen
Zaadtuin Zaadtuin een aanplanting van geselecteerde klonen of families die wordt afgeschermd of beheerd om bestuiving door externe stuifmeelbronnen te voorkomen of te beperken en die wordt beheerd om veelvuldige, overvloedige en gemakkelijke zaadoogsten te verkrijgen
Ouderplanten van een familie Ouderplanten van een familie bomen die door gecontroleerde of vrije bestuiving worden gebruikt voor het verkrijgen van nakomelingschap
Kloon Kloon groep van individuen die door vegetatieve vermeerdering van één oorspronkelijke uitgangsplant zijn afgeleid
Mengsel van klonen Mengsel van klonen een mengsel van geïdentificeerde klonen in welbepaalde verhoudingen

Elementen

Naam lid
Categorie teeltmateriaal
Definitie
Bosbouwkundig uitgangsmateriaal vormt de basis voor de productie van bosbouwkundig teeltmateriaal: * zaadeenheden: kegels, vruchtgestellen, vruchten en zaden bestemd voor de productie van plantgoed * plantendelen : houtstekken, blad- en wortelstekken, explantaten of embryo's voor microvermeerdering, knoppen, afleggers, wortels, enten, poten en plantendelen bestemd voor de productie van plantgoed * plantgoed : uit zaadeenheden, uit plantendelen of uit natuurlijke zaailingen geteelde planten; Er worden vier categorieën van teeltmateriaal onderscheiden: van bekende origine, geselecteerd, gekeurd en getest. De beschrijving van de categorieën, alsmede de eisen waaraan het teeltmateriaal van elke categorie dient te voldoen is opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003.

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Cat_TM
Naam
Tekst (40)

Elementen

Naam lid
Lijst Aanbevolen Herkomsten
Definitie
Erkend uitgangsmateriaal kan worden opgenomen in de Lijst van Aanbevolen Herkomsten (LAH) indien geoordeeld wordt dat het teeltmateriaal bijzonder geschikt is om gebruikt te worden bij (her)bebossing en/of bosomvorming. Volgens het Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van bebossing wordt voor bebossing en herbebossing een subsidie verleent indien minstens 75% van het gebruikte plantsoen afkomstig is van aanbevolen herkomsten.

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
LAH
Naam
Tekst (10)

Elementen

Naam lid
Oorsprong
Definitie
De oorsprong van het uitgangsmateriaal is al dan niet autochtoon. Een autochtoon bestand of autochtone zaadbron is een bestand of zaadbron waarvan de verjonging door continue natuurlijke regeneratie is gebeurd. Het bestand of de zaadbron mag kunstmatig zijn verjongd met behulp van teeltmateriaal dat uit hetzelfde bestand of dezelfde zaadbron of uit autochtone bestanden of zaadbronnen in de nabije omgeving is verkregen.

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Oorsprong
Naam
Tekst (40)

Elementen

Naam lid
Oorsprong niet autochtoon
Definitie
De oorsprong van een niet-autochtoon bestand of zaadbron is de plaats waarvan de zaden of planten oorspronkelijk afkomstig zijn. De oorsprong van een bestand of zaadbron kan onbekend zijn.

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Oorspr_NA
Naam
Tekst (40)

Elementen

Naam lid
Doelstelling
Definitie
De doelstelling heeft een andere betekenis naargelang het type collectie

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Doel
Naam
Tekst (60)
Codelijst
Code Label Definitie
Uitgangsmateriaal Uitgangsmateriaal Gebruik van het geproduceerde teeltmateriaal: Houtproductie vs. Behoud van autochtone genenbronnen vs. Behoud van cultuurhistorisch erfgoed
Basiscollectie Basiscollectie Behoud en beheer van waardevolle ex situ collecties
Proefperceel Proefperceel Herkomstproeven / Afstammingstesten / Klonale testen

Elementen

Naam lid
Aanplant
Definitie
Het jaar waarin de collectie werd aangelegd

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Aanplant
Naam
Tekst (10)

Elementen

Naam lid
Oppervlakte
Definitie
Oppervlakte

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Opp
Naam
Getal (10,3)

Elementen

Naam lid
Status proefperceel
Definitie
De status van een proefperceel heeft betrekking op de mate waarin nog regelmatig metingen en observaties in het proefvlak worden verricht

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
Status
Naam
Tekst (20)
Codelijst
Code Label Definitie
Actief Actief metingen en observaties worden momenteel nog periodiek uitgevoerd in het kader van lopende onderzoeksprojecten
Dormant Dormant metingen en observaties worden momenteel niet meer uitgevoerd. Het proefperceel wordt wel nog als dusdanig beheerd met het oog op het uitvoeren van metingen en observaties in het kader van eventuele toekomstige onderzoeksprojecten
Afgesloten Afgesloten metingen en observaties worden niet meer uitgevoerd en worden ook niet meer voorzien in de toekomst
Niet meer aanwezig Niet meer aanwezig het proefperceel is verdwenen maar de erin verzamelde meetgegevens zijn nog beschikbaar
Onbekend Onbekend geen informatie beschikbaar

Elementen

Naam lid
LB72_X
Definitie
LB72_X

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
LB72_X
Naam
Getal (10,3)

Elementen

Naam lid
LB72_Y
Definitie
LB72_Y

Bereik

Minimale cardinaliteit
1
Code
LB72_Y
Naam
Getal (10,3)
 
 






  •   Over
  •   Github
  •