bodemkaart
De bodemkaart geeft de dominerende samenstelling weer van de bodem in de eerste 2 meter onder het maaiveld. In functie van
vereenvoudiging is gekozen voor een indeling in zand, leem of klei per vierkante kilometer. Dit werd opgesteld aan de hand
van de bodemtypekaart ien aanvulling met boorstaten van eigen geplaatste boringen en boringen teruggevonden in de Databank
Ondergrond Vlaanderen. In het kader van het hemelwaterbeleid en de principes van optimale afkoppeling met als doel de natuurlijke
afstroming en infiltratie van regenwater te bevorderen, is het van belang om een inzicht te hebben in de bodemgesteldheid
en infiltratiegevoeligheid van de bovenste grondlaag in Antwerpen. Op die manier kan de integratie van waterbeheer in het
stedelijk ontwerp effectiever en efficiënter gestuurd worden, alsmede de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor
toekomstige bouwprojecten. Zo ontvangen de stadsdiensten regelmatig vragen van aannemers, architecten en studiebureau’s over
infiltratiemogelijkheid op een bepaald perceel. Ook bij het ontwerp en uitvoering van openbare stadsvernieuwingswerken is
deze informatie belangrijk. De opmaak van geohydrologische kaarten kan een bijdrage leveren aan een betere afstemming tussen
ruimtelijke planning, ontwerp van de publieke ruimte, groenbeheer en waterbeheer. Het is goed mogelijk om kosten te besparen
door meerdere beheeraspecten te combineren met de aanleg van groen-blauwe structuren: het aanpakken van wateroverlast, tegengaan
van bodemverdroging, ontwikkeling van meer stedelijke natuur en biodiversiteit. Ten slotte, worden deze gegevens als onderbouwing
gebruikt bij de opmaak van het hemelwaterplan; een plan waar op wijkniveau aangeduid wordt hoeveel infiltratie- en/of buffercapaciteit
wenselijk is en in welke vormen (bv. als collectieve wadi, gracht of vijver). De opdracht betreft de opmaak van 4 geohydrologische
kaarten, met name: een bodemkaart, een grondwaterkaart (meter - maaiveld) met een jaargemiddelde diepte van de freatische
grondwatertafel onder straatniveau, een grondwaterkaart met jaargemiddelde peilen ten opzichte van het topografische referentieniveau
(meter -/+ TAW) en een infiltratiekaart van de regio Antwerpen. De studie kadert binnen de karakterisering van de ondergrond
van Antwerpen met het oog op de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor toekomstige bouwprojecten. Deze kaarten
beschrijven de ganse regiohet grondgebied van Antwerpen (stad Antwerpen met haar 9 districtenen deelgemeenten), met uitzondering
van het Antwerpse havengebied. Voor de rechteroever van het Antwerpse havengebied zijn de mogelijkheden van hemelwaterinfiltratie
en –buffering reeds onderzocht (Wat met hemelwater in het havengebied Antwerpen?, IMDC iov Port of Antwerp en Alfaport, 2013).
In functie van het kalibreren en berekenen van grond- en grondwaterdata was het wel van belang om het havengebied te integreren
in het modelgebied. . Het studiegebied wordt ten noorden, oosten, zuiden en westen, respectievelijk begrenst begrensd door
de landsgrens en gemeenten Berendrecht, Deurne, HobokenStabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten Wijnegem, Wommelgem, Borsbeek,
Mortsel, Edegem, Aartselaar, Hemiksem en LinkeroeverZwijndrecht.
Dataset
Basic information
dct:title | bodemkaart | ||
---|---|---|---|
dct:description | De bodemkaart geeft de dominerende samenstelling weer van de bodem in de eerste 2 meter onder het maaiveld. In functie van vereenvoudiging is gekozen voor een indeling in zand, leem of klei per vierkante kilometer. Dit werd opgesteld aan de hand van de bodemtypekaart ien aanvulling met boorstaten van eigen geplaatste boringen en boringen teruggevonden in de Databank Ondergrond Vlaanderen. In het kader van het hemelwaterbeleid en de principes van optimale afkoppeling met als doel de natuurlijke afstroming en infiltratie van regenwater te bevorderen, is het van belang om een inzicht te hebben in de bodemgesteldheid en infiltratiegevoeligheid van de bovenste grondlaag in Antwerpen. Op die manier kan de integratie van waterbeheer in het stedelijk ontwerp effectiever en efficiënter gestuurd worden, alsmede de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor toekomstige bouwprojecten. Zo ontvangen de stadsdiensten regelmatig vragen van aannemers, architecten en studiebureau’s over infiltratiemogelijkheid op een bepaald perceel. Ook bij het ontwerp en uitvoering van openbare stadsvernieuwingswerken is deze informatie belangrijk. De opmaak van geohydrologische kaarten kan een bijdrage leveren aan een betere afstemming tussen ruimtelijke planning, ontwerp van de publieke ruimte, groenbeheer en waterbeheer. Het is goed mogelijk om kosten te besparen door meerdere beheeraspecten te combineren met de aanleg van groen-blauwe structuren: het aanpakken van wateroverlast, tegengaan van bodemverdroging, ontwikkeling van meer stedelijke natuur en biodiversiteit. Ten slotte, worden deze gegevens als onderbouwing gebruikt bij de opmaak van het hemelwaterplan; een plan waar op wijkniveau aangeduid wordt hoeveel infiltratie- en/of buffercapaciteit wenselijk is en in welke vormen (bv. als collectieve wadi, gracht of vijver). De opdracht betreft de opmaak van 4 geohydrologische kaarten, met name: een bodemkaart, een grondwaterkaart (meter - maaiveld) met een jaargemiddelde diepte van de freatische grondwatertafel onder straatniveau, een grondwaterkaart met jaargemiddelde peilen ten opzichte van het topografische referentieniveau (meter -/+ TAW) en een infiltratiekaart van de regio Antwerpen. De studie kadert binnen de karakterisering van de ondergrond van Antwerpen met het oog op de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor toekomstige bouwprojecten. Deze kaarten beschrijven de ganse regiohet grondgebied van Antwerpen (stad Antwerpen met haar 9 districtenen deelgemeenten), met uitzondering van het Antwerpse havengebied. Voor de rechteroever van het Antwerpse havengebied zijn de mogelijkheden van hemelwaterinfiltratie en –buffering reeds onderzocht (Wat met hemelwater in het havengebied Antwerpen?, IMDC iov Port of Antwerp en Alfaport, 2013). In functie van het kalibreren en berekenen van grond- en grondwaterdata was het wel van belang om het havengebied te integreren in het modelgebied. . Het studiegebied wordt ten noorden, oosten, zuiden en westen, respectievelijk begrenst begrensd door de landsgrens en gemeenten Berendrecht, Deurne, HobokenStabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten Wijnegem, Wommelgem, Borsbeek, Mortsel, Edegem, Aartselaar, Hemiksem en LinkeroeverZwijndrecht. | ||
dct:publisher |
|
||
dcat:keyword |
grond
|
bodem
|
|
||
Statuut | Vlaamse Open data (nl) | ||
dcat:theme | |||
dct:identifier | https://www.arcgis.com/home/item.html?id=386796b9907f4029a173bf33cfdd05c7&sublayer=287 |
Version information
dct:modified | 2024-01-15T11:19:57.000Z |
---|---|
dct:issued | 2023-01-31T09:24:05.000Z |
Usage information
dcat:contactPoint |
|
||||
---|---|---|---|---|---|
dct:accessRights |
Extra information
dct:language | http://publications.europa.eu/resource/authority/language/NLD |
---|
Distributies
Record
Catalog record
dct:identifier | 65ec0981-7ccf-35d2-94ab-a8bc1e168105 |
---|---|
dct:modified | 2024-02-25T02:00:30.248Z |
Conformiteit met standaard
dct:title | Dcat-ap-vl |
---|---|
dct:description | Dit applicatieprofiel beschrijft Open Data Catalogi in Vlaanderen. DCAT-AP Vlaanderen (DCAT-AP VL) is een verdere specialisatie van DCAT-AP. De applicatie waarop dit profiel betrekking heeft is een Open Data Portaal in Vlaanderen. Open Data portalen zijn catalogussen van Open Data datasets. Ze hebben als belangrijkste doelstelling het vindbaar maken van data en hierdoor het hergebruik ervan te stimuleren. Open Data portalen vervullen een centrale rol in de overheidsopdracht om de toegankelijkheid tot overheidsinformatie te realiseren. Met dit applicatieprofiel bevorderen we de uniformiteit van de beschikbare informatie over datasets. Tevens vereenvoudigen we het aggregatie proces van meerdere Open Data Catalogi. Dit document bevat de verplichte elementen en bijkomende elementen waarover DCAT-AP Vlaanderen een uitspraak doet. Aanbevolen en optionele informatie waarvoor geen bijkomende afspraken in de context van DCAT-AP Vlaanderen zijn, zijn niet opgenomen in dit document. Hiervoor verwijzen we naar de DCAT-AP specificatie zelf. |
owl:versionInfo | 2.0 |