10000
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte.
-
Deze kaart geeft een overzicht van vastgestelde beschermingszones rond grondwaterwinningen in het Vlaamse gewest. Een beschermingszone is het geografisch gebied dat overeenkomstig artikel 3.2 van decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer, is afgebakend om het grondwater in een waterwingebied tegen verontreiniging te vrijwaren. De procedure om de afbakening te realiseren is vastgelegd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende reglementering en vergunning voor het gebruik van grondwater en de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones.
-
In de Databank Ondergrond Vlaanderen zijn verschillende grondwatermeetnetten opgenomen. Deze meetnetten staan in functie van uitgebreide monitoringprogramma’s met de bedoeling een goed beeld te krijgen van de beschikbare grondwaterkwantiteit en grondwaterkwaliteit van de watervoerende lagen in Vlaanderen. Deze kaartlaag toont alle watermonsters die in de meetnetten opgenomen zijn.
-
In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Deze laag toont enkel de boringen met als doel 'Geothermie' met aanvangsdatum vanaf 01-01-2017. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte.
-
Deze laag geeft per actieve uitgegeven (milieu/omgevings)vergunning de verzameling van kadastrale percelen weer waarop deze van toepassing is.
-
De Vlaamse Regering wenst de herontwikkeling van verlaten bedrijventerreinen (zg. brownfields ) te stimuleren en te faciliteren door het afsluiten van convenanten met projectontwikkelaars en investeerders.Via zo’n convenant krijgen projectontwikkelaars en investeerders een aantal juridisch-administratieve en financiële voordelen bij de ontwikkeling van braakliggende en onderbenutte bedrijventerreinen. Daarmee wil de Vlaamse Regering hen ertoe aanzetten bij voorkeur verlaten sites (brownfields) te hergebruiken in plaats van nieuwe gebieden (greenfields) aan te snijden voor de ontwikkeling van industriële activiteiten, woningbouw of recreatie.
-
De dataset bevat volgende onderdelen:Bedrijventerrein: Dit zijn de bestemde terreinen zoals deze in werkelijkheid bestaan. De basis van deze contouren zijn de meest recente digitale bestemmingsplannen met economische bestemming, uitgebreid met de werkelijke contouren van gebruikspercelen die in één blok aansluiten aan het terrein en dus deel uitmaken van de bedrijvenzone zoals in werkelijkheid gekend.Bedrijventerreinperceel: Overzicht van de gebruikspercelen binnen een bedrijventerrein waarvoor informatie verzameld wordt inzake bebouwing, functie, gebruik en beschikbaarheid en indien gekend aangevuld met informatie over knelpunten (beperkingen). Met gebruikspercelen wordt bedoeld de visueel waarneembare (al dan niet bebouwde) kavel, die uit een deel of meerdere kadastrale percelen kan bestaan.Bedrijventerreinperceelaanbieding: Percelen die te koop of te huur worden aangeboden. Bevat een referentie naar het gebruiksperceel, de aanbiedende organisatie en de website waar het perceel wordt aangeboden.Geregistreerde organisatie: een tabel die de gegevens bevat van alle organisaties die optreden als aanbieder van een bedrijventerreinperceel of als ontwikkelaar of beheerder van een bedrijventerrein. Ontwikkelbare bedrijvenzone: bestemde(deel)terreinen met een lopende ontwikkeling of (deel)terreinen die (nog) niet ontwikkeld zijn.Beheerde bedrijvenzone: Een (deel van) een bedrijventerrein waarop een vorm van beheer aanwezig is. Dit kan gaan om een aanspreekpunt, digitaal beheer of juridisch beheer.Planningszone met economische bestemming (bedrijventerrein in planning): overzicht van toekomstige economische zones uit ontwerp-(her)bestemmingsplannen die een openbaar karakter hebben. Het zijn plannen in de fase waar de datum van de plenaire vergadering gekend is of waarvan de plenaire vergadering reeds heeft plaatsgevonden.Vlaio is de authentieke geografische gegevensbron voor de lagen bedrijventerrein en bedrijventerreinperceel.
-
In DOV worden de resultaten van sonderingen ter beschikking gesteld. Bij het uitvoeren van de sondering wordt een sondeerpunt met conus bij middel van buizen statisch de grond ingedrukt. Continu of met bepaalde diepte-intervallen wordt de weerstand aan de conuspunt, de plaatselijke wrijvingsweerstand en/of de totale indringingsweerstand opgemeten. Eventueel kan aanvullend de waterspanning in de grond rond de conus tijdens de sondering worden opgemeten met een waterspanningsmeter. Het op diepte drukken van de sondeerbuizen gebeurt met een indrukapparaat. De nodige reactie voor het indrukken van de buizen wordt geleverd door een verankering en/of door het gewicht van de sondeerwagen. De totale indrukcapaciteit varieert van 25 kN tot 250 kN, afhankelijk van apparaat en opstellingswijze.
-
In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte. Gekoppeld aan de boringen zijn waar beschikbaar ook formele interpretaties van de stratigrafie.
-
De Vlaamse overheid streeft naar duurzame ontwikkeling van de watersystemen in Vlaanderen. Een watersysteem is een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems en oevers, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijhorende fysische, chemische en biologische processen en de daarbij horende technische infrastructuur. Het waterbeleid van de Vlaamse overheid is uitgewerkt in het "Decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003". Hierin worden de watersystemen op basis van hydrologische, geomorfologische, ecologische en functionele eigenschappen ingedeeld. Er bestaan verschillende niveaus van watersysteemgrenzen: stroomgebiedsdistricten, stroomgebieden, deelstroomgebieden of bekkens en deelbekkens. Het decreet Integraal waterbeleid vertaalt de indeling in watersystemen door in de organisatiestructuur en de planning voor het integraal waterbeleid.