From 1 - 10 / 28
  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor diepe geothermie (> 500 m diepte).Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. In het resulterend geschikt gebied wordt vervolgens het maximum aan diepe geothermiecentrales geplaatst, gegeven het feit dat ze minstens 3km van mekaar verwijderd moeten zijn.  Voor de inschatting van de productie baseren we ons op de studie ‘EFRO-studie Geothermie: ruimtelijke inplantingsanalyses’ (Vranckx et al., 2015, VITO) waarin een inschatting gemaakt werd van het potentieel vermogen van diepe geothermie in Vlaanderen op basis van de temperatuur van de top van de Dinantiaanlaag. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor waterkracht, zowel voor wat betreft de sluizen als de watermolens. We baseren ons hiervoor op de inventarisatie van het waterkrachtpotentieel van de vzw TSAP uit 1996. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor particuliere zonneboilers. Voor de inschatting van het productiepotentieel baseren we ons op het aantal huishoudens per gemeente dat momenteel nog niet over een zonneboiler beschikt en hun te verwachten warmtevraag voor sanitair warm water. Dit potentieel wordt vervolgens ruimtelijk toegekend aan het nog resterend residentieel dakoppervlak. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende potentieel voor elektriciteitsproductie ingeschat voor de volgende hernieuwbare technologievormen: PV, wind op land, waterkracht en biomassa. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen.  Het omvat de volgende hernieuwbare technologievormen: PV op daken, grootschalige wind op land, waterkracht op de resterende sluizen van het Albertkanaal en pocketvergisting. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag maakt gebruik van de lijst groenestroominstallaties van VREG in dienst genomen tot en met 29/02/2016, waarvan de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong werd verwerkt tot 3/03/2016, aangevuld met de waterkrachtcentrales van Kwaadmechelen en Olen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen.  Het omvat de volgende hernieuwbare technologievormen: particuliere zonneboilers, pocketvergisting en grondgekoppelde warmtepompen in residentieel gebied. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.

  • Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de warmteproductie vanuit hernieuwbare energie, ingeschat voor de volgende technologievormen: zonne-energie, biomassa en ondiepe geothermie. Biomassa-installaties die zuiver warmte produceren en niet-grondgekoppelde warmtepompen maken geen deel uit van deze inschatting. Telkens werd gebruik gemaakt van de meest recente publiek beschikbare gegevens. Voor meer informatie over de gebruikte gegevensbronnen en kengetallen wordt verwezen naar het rapport. De totalen per gemeente worden hier uitgedrukt per eenheid van oppervlakte. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.