GML
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
Service types
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
Agentschap Digitaal Vlaanderen onderhoudt een kopie van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), de authentieke bron waar alle basisgegevens van ondernemingen en vestigingseenheden verzameld zijn. Deze kopie wordt verrijkt met extra gegevens uit andere relevante bronnen wat een verrijkte databank oplevert, genaamd de VKBO in beheer van agentschap Digitaal Vlaanderen. Een van deze verrijkingen is de vertaling van het adres uit KBO naar adres(sen) en adrespositie(s) volgens de CRAB-standaard (Centraal Referentieadressenbestand) voor zover de kwaliteit van het adres in KBO een vertaling toelaat. Deze dataset laat toe om een beeld te krijgen van de ondernemingen en vestigingseenheden op kaart (beperkt tot de publiek beschikbare gegevens). Het betreft alle ondernemingen met een KBO-status actief, een adres in Vlaanderen en van het type rechtspersoon. Daarnaast alle vestigingseenheden met een KBO-status actief, een adres in Vlaanderen en gerelateerd aan de ondernemingen type natuurlijk persoon en rechtspersoon met een KBO-status actief.
-
Locatie, adresgegevens en contactgegevens van de kinderopvangvoorzieningen die erkend zijn door Kind en Gezin in Vlaanderen. De gegevens worden wekelijks geüpdatet. Gegevens afkomstig van de CoBRHA-databank (Common Base Registry for Health Care Actors)gebouwd door het federale eHealth-platform. De agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) van de Vlaamse overheid houden in deze databank basisidentificatiedata bij van de zorgvoorzieningen die door hen erkend worden.Volgende types kinderopvang komen voor:- Groepsopvang baby's en peuters- Gezinsopvang baby's en peuters- Buitenschoolse opvang
-
Locatie en adresgegevens van woningen met een geldig conformiteitsattest. De gegevens worden dagelijks geactualiseerd. Volgende types komen voor: conformiteitsattesten uitgereikt door de gemeente – conformiteitsattesten uitgereikt door Wonen-Vlaanderen - conformiteitsattesten uitgereikt door de Vlaamse Wooninspectie. Een conformiteitsattest wordt uitgereikt indien een woning voldoet aan de minimale normen op vlak van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit. Conformiteitsattesten worden zowel uitgereikt aan eengezinswoningen, als aan appartementen of kamers. In één pand kunnen bijgevolg meerdere woningen een conformiteitsattest hebben.
-
Locatie en adresgegevens van woningen die op de Vlaamse inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen staan. De gegevens worden dagelijks geactualiseerd. Volgende types komen voor: woningen die door de burgemeester ongeschikt en/of onbewoonbaar werden verklaard op basis van boek 3 in de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en woningen die onbewoonbaar werden verklaard door de burgemeester op basis van artikel 135 van de Nieuwe gemeentewet.Een besluit tot ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid wordt uitgereikt indien een woning niet voldoet aan de minimale normen van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit. Dit kan zowel voor eengezinswoningen, appartementen, als kamers. In één pand kunnen bijgevolg meerdere woningen op de inventaris staan.
-
Locatie, adresgegevens, contactgegevens en link naar detailinformatie van vakantiewoningen in Vlaanderen. De gegevens worden maandelijks geüpdatet. Gegevens afkomstig uit de Open Datasets die beheerd worden door Toerisme Vlaanderen. Aangepaste versie 2 naar aanleiding van het nieuwe logiesdecreet.
-
Locatie en adresgegevens van panden waarvoor een herstelvordering is opgemaakt die opgenomen is in het register van herstelvorderingen. De gegevens worden dagelijks geactualiseerd. Het register van herstelvorderingen verzamelt alle panden waarvoor de Vlaamse Wooninspectie in de strafrechtelijke procedure woningkwaliteitshandhaving een herstelvordering opstelt en waarvoor herstel nog niet is uitgevoerd. Dit register is te onderscheiden van de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, dewelke enkel woningen bevat die ongeschikt of ongeschikt en onbewoonbaar verklaard zijn via een besluit.
-
In de DOV-databank is elke waarneming van grondlagen een boring. Bij de meeste boringen wordt er met een boortoestel een gat gemaakt in de ondergrond om de verschillende grondlagen te kunnen beschrijven. Aan de hand van een boring krijg je een beeld van het materiaal in de ondergrond met toenemende diepte. Afhankelijk van het doel waarvoor de boring geplaatst wordt, zal men een geschikte boormethode toepassen. Boringen worden geplaatst voor verkennend bodemonderzoek, monstername van het sediment en/of grondwater, bepaling van bodemfysische parameters, milieuhygiënisch onderzoek,… Afhankelijk van de diepte, soort materiaal, en het al dan niet boren tot onder de grondwatertafel kan men kiezen uit verscheidene systemen voor handmatig of machinaal te boren. Het bodemmateriaal dat vrijkomt, kan gebruikt worden om een profiel van de ondergrond op te stellen of om er grondmonsters van te nemen om verdere analyses op uit te voeren. Vaak is het de bedoeling een put uit te bouwen zodat water kan gewonnen worden (zie ook grondwatermeetnet en grondwatervergunningen). Soms worden boringen uitgevoerd om een aantal geotechnische karakteristieken te bepalen of om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Oppervlakkige waarnemingen van de ondergrond noemen we ook boringen. Vooral rond 1900 beschreven een aantal geologen vaak de oppervlakkige lagen. In de databank staan er dan ook verschillende boringen met een diepte van 0 meter. Het gaat vooral om weginsnijdingen of om zichtbare lithologische kenmerken langs de oppervlakte.
-
Een bodemmonster is een staal van de bodem dat genomen wordt voor verdere analyse in het veld of in een labo. Een monster wordt steeds genomen op een bepaalde diepte (van/tot). Er kan optioneel een bepaalde techniek beschreven worden (bijvoorbeeld gestoord of ongestoord), evenals de condities van de monstername (bijvoorbeeld atmosferische condities, etc.). De resultaten van analyses uitgevoerd op het monster worden bewaard als observaties die gekoppeld worden aan het monster. Een monster kan eventueel gekoppeld worden met één of meer opdrachten en aan een monster kunnen ook bijlagen gekoppeld worden (bijvoorbeeld analyseresultaten of rapporten). Een bodemmonster is ofwel een enkelvoudig monster, ofwel een mengmonster (dit is het type). Een enkelvoudig monster is steeds gekoppeld aan één bodemlocatie of één diepteinterval. Een bodemlocatie of diepteinterval kan 0 of meer enkelvoudige monsters hebben. Een mengmonster kan gekoppeld worden aan één bodemsite, één bodemlocatie of één bodemdiepteinterval. Deze kunnen 0 of meer mengmonsters hebben.
-
Deze laag geeft per actieve uitgegeven (milieu/omgevings)vergunning de verzameling van kadastrale percelen weer waarop deze van toepassing is.
-
Meer informatie over de bodem op een bepaalde locatie wordt vaak verkregen door observaties. Er zijn twee soorten observaties: enkelvoudige en meervoudige observaties. In het eerste geval komt één parameter overeen met één meetwaarde; in het tweede geval met meerdere meetpunten en -waarden. Een enkelvoudige of meervoudige observatie is steeds gekoppeld aan één bodemlocatie, één diepteinterval, één bodemsite of één bodemmonster. Een bodemlocatie, bodemsite, diepte-interval of bodemmonster kan 0 of meer observaties hebben. Er zijn drie verschillende types enkelvoudige observaties: er wordt een onderscheid gemaakt tussen observaties van een numerieke waarde (dit zijn metingen), observaties met een vrije tekstwaarde (dit zijn waarnemingen) en observaties die gecategoriseerd worden via een keuzelijst (dit zijn gecodeerde observaties). Elk van deze enkelvoudige observaties wordt gekenmerkt door één parameter en één meetwaarde (hetzij numeriek, vrije tekst of een item uit een keuzelijst). Meervoudige observaties zijn reeksen van metingen – in dit geval wordt één parameter beschreven door meerdere numerieke meetwaarden. Observaties die gekoppeld worden aan een diepteinterval of bodemmonster gelden altijd voor de volledige diepte van dit diepteinterval of monster. Observaties gekoppeld aan een bodemlocatie of een bodemsite kunnen 0, één of twee dieptes hebben voor respectievelijk observaties onafhankelijk van de diepte, observaties op een bepaalde diepte of in een bepaald interval. Observaties kunnen optioneel gekoppeld worden met een observatiemethode, die de methode beschrijft waarmee de waarde bepaald werd, bijvoorbeeld door te verwijzen naar de procedure of norm die gevolgd werd.