From 1 - 2 / 2
  • De kaart bevat de geplande en gerealiseerde ontsnipperingsprojecten ter hoogte van (gewest-)wegen in Vlaanderen. Dergelijke projecten bieden een antwoord op versnippering door weginfrastructuur. Leefgebieden en migratieroutes van inheemse fauna worden opnieuw met elkaar verbonden door ontsnipperende maatregelen. Deze kunnen heel zichtbaar zijn, bijvoorbeeld onder de vorm van ecoducten, maar ook minder opvallend, zoals ecoduikers of ecotunnels met een begeleidend raster.De Vlaamse overheid werkt sinds september 2020 voor dergelijke projecten met een onderbouwd meerjarenprogramma, namelijk het ‘Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) – deel I (Wegen)’. Het legt de samenwerking vast tussen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), het Departement Omgeving (DOMG) en het Agentschap Natuur en Bos (ANB) voor de financiering en uitvoering van ontsnipperingsprojecten. Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) levert wetenschappelijke ondersteuning.

  • In een vorig project werden zogenaamde potentiële leefgebiedenkaarten gemaakt voor een aantal Europees en Vlaams prioritaire soorten (Maes et al., 2019). We maakten hiervoor gebruik van de zogenaamde GeoDynamiX toolbox van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Met behulp van allerlei beschikbare kaartlagen zoals de Biologische Waarderingskaart, de bodemkaart, de watervlakkenkaart, enzovoort en gedetailleerde kennis over de specifieke ecologische eisen van elke soort bakende dit model heel gedetailleerde kaarten af met locaties waar deze soorten potentieel zouden kunnen voorkomen in Vlaanderen (https://geo.inbo.be/potleefgebieden/). Hierbij werd echter geen rekening gehouden met de actuele verspreiding van de soorten en werden ook gebieden afgebakend waar de soort momenteel niet voorkomt of die voor de soort momenteel onbereikbaar zijn. Hierdoor werden voor sommige soorten vrij grote gebieden afgebakend als potentieel geschikt leefgebied en waren deze kaarten niet altijd inzetbaar voor beleidsdoeleinden. Om hieraan te verhelpen, verfijnden we de potentiële leefgebiedenkaarten met actuele verspreidingsinformatie van de soorten door rond de locaties waar ze momenteel voorkomen een buffer te trekken die overeenkomt met hun kolonisatiecapaciteit. Door na te gaan welke potentiële leefgebieden overlappen met hun actuele verspreiding (inclusief de kolonisatiebuffer) bekwamen we kaarten met het zogenaamde Actueel Relevant Potentieel Leefgebied (ARPL; Maes et al., 2016). Deze kaarten bevatten dus enerzijds alle gebieden waar soorten momenteel voorkomen, maar ook de potentiële leefgebieden die vanuit deze locaties door de soort te bereiken zijn. Dit maakt het tot een praktischer instrument in allerlei beleidstoepassingen dan de ruime potentiële leefgebiedenkaarten. Door een samenwerking tussen het INBO en ANB zijn deze ARPL-kaarten sinds kort beschikbaar als webservice en zijn ze ook te downloaden voor gebruik in GIS-toepassingen.