cl_maintenanceAndUpdateFrequency

annually

67 record(s)
 
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 67
  • Het uitzicht van een natuurlijke beek wordt bepaald door een aantal structuurkenmerken die van levensbelang zijn voor dieren en planten in en om de beek. Voor het beoordelen van een waterloop met betrekking tot de structuur werd gebruik gemaakt van de aanwezigheid van de volgende kenmerken: meandering, stroom-kuilen patroon (afwisseling van diepe en ondiepe plaatsen) en de aanwezigheid van holle oevers. De combinatie van de drie kenmerken geeft een maat voor de morfologische variatie en dus zelfreinigend vermogen van de waterloop. De structuurkenmerken worden opgedeeld in volgende klassen: zeer waardevol (B1, S1, R1); waardevol (B2, S2, R2); matig (B3, S3, R3); slecht (B4, S4, R4); zeer slecht (B5, S5, R5); kanaal (kan); drooggevallen (drg, polderwaterloop); geen gegevens (gi). Bron: Bervoets, Schneiders en Wils, studie uitgevoerd door de UIA i.o.v. AMINAL, afdeling water, 1990 – 1995.

  • Bij de beoordeling van de biologische waterkwaliteit wordt gebruikgemaakt van de MMIF (Multimetrische Macro-invertebratenindex Vlaanderen). Macro-invertebraten zijn grotere, met het blote oog waarneembare ongewervelden, zoals insecten(larven), weekdieren, kreeftachtigen, wormen e.d. De MMIF houdt o.a. rekening met het totaal aantal aangetroffen taxa, de diversiteit en de gevoeligheid voor vervuiling ervan. De toekenning van de kwaliteitsklasse is afhankelijk van het type waterlichaam. De eindbeoordeling is een bio-index waarde tussen 0 en 1 waarbij een hoge waarde duidt op een zeer goede ecologische status. Het meetnet wordt onderhouden door VMM.

  • Ecologische beoordeling van de kwaliteit van de waterbodem in Vlaanderen volgens triade bestaat uit drie verschillende evaluaties die gecombineerd worden tot één eindbeoordeling: een fysisch chemische, een ecotoxicologische en een biologische evaluatie. De kwaliteit van een waterbodem wordt vergeleken met een referentiebodem die de natuurlijke toestand benadert (Deckere, De Cooman et al. 2000). Hoe meer luiken een afwijking ten opzichte van de referentiebodem vertonen, hoe slechter de waterbodemkwaliteit. Sinds 2016 worden elke 6 jaar 300 meetplaatsen bemonsterd binnen het waterbodemmeetnet (VMM), voorheen betrof dit 600 meetplaatsen elke 4 jaar. De TKB geeft een bestaand risico voor verontreininging.

  • De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 5 m-resolutie is een geaggregeerde versie van de originele 1 m-versie van de JaarBAK. Ze geeft voor elke 5 m-cel de afdekkingsgraad en is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.

  • De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 5 m-resolutie is een geaggregeerde versie van de originele 1 m-versie van de JaarBAK. Ze geeft voor elke 5 m-cel de afdekkingsgraad en is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Voor dit laatst beschikbare jaar gaat het om een voorlopige versie zonder continuïteitscorrectie. Die correctie zet afwijkingen doorheen de tijd recht, maar kan enkel toegepast worden wanneer ook de JaarBAK van het volgende jaar bestaat. Zodra dit het geval is, wordt deze voorlopige versie vervangen door de definitieve versie. In de tussentijd kan de voorlopige versie al gebruikt worden voor analyses, weliswaar met de nodige omzichtigheid. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.

  • De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 5 m-resolutie is een geaggregeerde versie van de originele 1 m-versie van de JaarBAK. Ze geeft voor elke 5 m-cel de afdekkingsgraad en is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Voor dit laatst beschikbare jaar gaat het om een voorlopige versie zonder continuïteitscorrectie. Die correctie zet afwijkingen doorheen de tijd recht, maar kan enkel toegepast worden wanneer ook de JaarBAK van het volgende jaar bestaat. Zodra dit het geval is, wordt deze voorlopige versie vervangen door de definitieve versie. In de tussentijd kan de voorlopige versie al gebruikt worden voor analyses, weliswaar met de nodige omzichtigheid. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.

  • De jaarlijkse bodemafdekkingskaart (JaarBAK) voor Vlaanderen op 1 m-resolutie geeft voor elke cel aan of deze wel of niet is afgedekt. De JaarBAK is jaarlijks beschikbaar vanaf 2013. Het Witboek Beleidsplan Ruimte definieert 'bodemafdekking' als de oppervlakte waarvan de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-)ondoorlaatbare materialen, waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan (woningen, wegen, andere constructies …). Deze definitie is gebaseerd op degene die de Europese Commissie hanteert voor ‘soil sealing’: "the destruction or covering of soils by buildings, constructions and layers of completely or partly impermeable artificial material (asphalt, concrete, etc.). It is the most intense form of land take and is essentially an irreversible process". Voor deze kaart wordt bodemafdekking eerst voorspeld door een machinelearningmodel o.b.v. de middenschalige winterluchtopnames van Vlaanderen. Vervolgens wordt deze gemodelleerde bodemafdekking gecombineerd met vectorinformatie over water, gebouwen, wegen en spoorwegen uit het Grootschalig Referentiebestand. Voor meer details over de gehanteerde methode voor het opstellen van de JaarBAK wordt verwezen naar het technisch rapport 'Jaarlijkse bodemafdekkingskaart Vlaanderen' op https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/Onderzoek-3331558.

  • Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft de punten met de hoogste gemodelleerde sedimentaanvoer naar waterlopen van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), grachten en riolering weer, uitgedrukt in ton sediment dat gemiddeld jaarlijks op deze locatie het watersysteem bereikt. Deze punten zijn samen verantwoordelijk voor 10% van de totale jaarlijkse sedimentaanvoer naar waterlopen van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), grachten en riolering. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.2 in combinatie met pycnws versie 0.5.4. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van de gemiddelde sedimentaanvoer berekend met een gemiddelde neerslagerosiviteitsfactor van de laatste 30 jaar. Het scenario A werd toegepast, waarbij landbouwpercelen als grasland worden beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2020. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2020 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde waarden afwijken van de reële waarden, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.

  • Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft de gebieden met de gemodelleerde specifieke sedimentaanvoer naar waterlopen van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA), grachten en riolering weer, uitgedrukt in ton sediment die per hectare gemiddeld jaarlijks het watersysteem bereikt. Hiertoe wordt de totale sedimentaanvoer in het gebied gedeeld door de oppervlakte van het gebied. De gebiedsindeling is gebaseerd op de intermediaire afstroomgebieden, zoals afgebakend door de VMM. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.2 in combinatie met pycnws versie 0.5.4. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van de gemiddelde sedimentaanvoer berekend met een gemiddelde neerslagerosiviteitsfactor van de laatste 30 jaar. Het scenario A werd toegepast, waarbij landbouwpercelen als grasland worden beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2020. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2020 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde waarden afwijken van de reële waarden, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.

  • Op basis van de data ‘Heffing op de waterverontreiniging’ (VMM) van het heffingsjaar 2021 werd de laag “putwatergebruikers in Vlaanderen – heffingsjaar 2021” opgemaakt. Deze data is gebaseerd op de inventaris van de particulieren die in 2020 een eigen grondwaterwinning in gebruik hadden.