geothermische energie
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de gemiddelde warmtegeleidbaarheid in Vlaanderen over 100 m diepte, tot de vaste rots of tot de gekarteerde diepte voorstellen. Voor de schatting van de warmtegeleidbaarheid werd beslist het HCOV-model te gebruiken. De toegepaste methodologie deelt de verschillende hydrogeologische lagen op in een bepaald aantal categorieën volgens het grondtype waaruit de laag hoofdzakelijk bestaat. Aan elke categorie werd op basis van literatuurgegevens een realistische gemiddelde waarde voor de thermische geleidbaarheid toegekend. Deze waarden werden verder getoetst door middel van een kalibratie aan de hand van meer dan 15 beschikbare TRT's, willekeurig in Vlaanderen uitgevoerd in het kader van reële bouwprojecten.
-
Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de minimale warmtegeleidbaarheid in Vlaanderen over 100 m diepte, tot de vaste rots of tot de gekarteerde diepte voorstellen. Voor de schatting van de warmtegeleidbaarheid werd beslist het HCOV-model te gebruiken. De toegepaste methodologie deelt de verschillende hydrogeologische lagen op in een bepaald aantal categorieën volgens het grondtype waaruit de laag hoofdzakelijk bestaat. Aan elke categorie werd op basis van literatuurgegevens een realistische minimale waarde voor de thermische geleidbaarheid toegekend. Deze waarden werden verder getoetst door middel van een kalibratie aan de hand van meer dan 15 beschikbare TRT's, willekeurig in Vlaanderen uitgevoerd in het kader van reële bouwprojecten.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor grondgekoppelde warmtepompen. Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. We beperken ons hier tot de niet-bebouwde zone van het bebouwd gebied waarbij de beschermingszones voor waterwingebieden, niet-toegankelijke tuinen en gebieden die reeds een grondgekoppelde warmtepomp hebben, worden uitgesloten. Voor de inschatting van het productiepotentieel wordt gebruik gemaakt van de Databank Ondergrond Vlaanderen en kengetallen van Terra Energy. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. Het omvat de volgende hernieuwbare technologievormen: particuliere zonneboilers, pocketvergisting en grondgekoppelde warmtepompen in residentieel gebied. Voor meer informatie over de ruimtelijke randvoorwaarden en kengetallen per technologie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt het bijkomend productiepotentieel voor grondgekoppelde warmtepompen dat gerealiseerd kan worden binnen de beschikbare ruimte ingeperkt op basis van een potentieelcijfer dat voor 2030 vooropgesteld wordt, rekening houdend met de huidige context en beleidsdoelstellingen. We beperken ons hier tot de niet-bebouwde zone van het residentieel gebied waarbij de beschermingszones voor waterwingebieden, niet-toegankelijke tuinen en gebieden die reeds een grondgekoppelde warmtepomp hebben, worden uitgesloten. Voor de inschatting van het productiepotentieel wordt gebruik gemaakt van de Databank Ondergrond Vlaanderen en kengetallen van Terra Energy. Gegevens de huidige trends wordt dit maximaal potentieel vervolgens ingeperkt tot 1%. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de huidige warmteproductie vanuit grondgekoppelde warmtepompen in Vlaanderen en is gebaseerd op een inventaris die opgesteld werd door Terra Energy. De middelgrote en grote systemen werden met hun exacte locaties en productiecijfers in de EnergieAtlas opgenomen. De productie vanuit kleine particuliere installaties werd op gemeentelijk niveau ingeschat en vervolgens ruimtelijk toegewezen aan de bebouwde percelen. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de warmteproductie vanuit hernieuwbare energie, ingeschat voor de volgende technologievormen: zonne-energie, biomassa en ondiepe geothermie. Biomassa-installaties die zuiver warmte produceren en niet-grondgekoppelde warmtepompen maken geen deel uit van deze inschatting. Telkens werd gebruik gemaakt van de meest recente publiek beschikbare gegevens. Voor meer informatie over de gebruikte gegevensbronnen en kengetallen wordt verwezen naar het rapport. De totalen per gemeente worden hier uitgedrukt per eenheid van oppervlakte. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Met het grensoverschrijdende Interreg-project "GEOHEAT-APP" wilden VITO, Grontmij en TNO de concrete haalbaarheid van (diepe) geothermische systemen in de grensregio Vlaanderen-Nederland nagaan. Men spreekt over diepe geothermie wanneer de warmte uit lagen dieper dan 500 m onttrokken wordt. Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de temperatuur (°C) van de top van volgende 4 potentiële reservoirs voorstellen in cellen van 250m op 250m : Krijt, Trias, Westfaliaan D en Dinantiaan.
-
Met het grensoverschrijdende Interreg-project "GEOHEAT-APP" wilden VITO, Grontmij en TNO de concrete haalbaarheid van (diepe) geothermische systemen in de grensregio Vlaanderen-Nederland nagaan. Men spreekt over diepe geothermie wanneer de warmte uit lagen dieper dan 500 m onttrokken wordt. Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de transmissiviteit van volgende 4 potentiële reservoirs voorstellen in cellen van 250m op 250m : Krijt, Trias, Westfaliaan D en Dinantiaan.
-
De thermische geleidbaarheidskaarten van de Vlaamse ondergrond, in opdracht van de Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, geven de thermische geleidbaarheid van de Vlaamse ondergrond tot een diepte van 100m of tot op de vaste rots. Deze opdracht is erop gericht om de ontbrekende geologische formaties, ten opzichte van een eerdere opdracht in 2004, te analyseren en een verfijning na te streven van de geschiktheidskaart naar het gebruik van verticale sondes voor energiewinning en energieopslag. De database werd uitgebreid door de bepaling van de thermische geleidbaarheid van 10 andere nog niet eerder onderzochte formaties. Op deze manier kan een goed inzicht bekomen worden in de thermische geleidbaarheid van de ondiepe ondergrond van Vlaanderen, zodanig dat het ook mogelijk moet worden een meer verfijnde geschiktheidskaart op te stellen van de Vlaamse ondergrond voor koude-warmte opslag en boorgatenergiewinning. Deze kaarten zijn rasterkaarten (grids) die de gemiddelde, minimaal en maximaal gemiddelde thermische geleidbaarheid van de Vlaamse ondergrond voorstelt in cellen van 100 op 100m. De minimale gemiddelde thermische geleidbaarheid over een diepte van 100 meter bedraagt 1.6 W/mK, de maximale 3.0 W/mK.