From 1 - 10 / 10
  • Het Wegenregister is het middenschalig referentiebestand van de wegen in Vlaanderen. Het moet alle (openbaar toegankelijke) wegen van Vlaanderen bevatten, met bijbehorende attribuutgegevens. Wegenregister bevat ook de trage wegen. Trage wegen zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer. Wandelaars, fietsers en ruiters zijn de belangrijkste gebruikers. Het Wegenregister is opgedeeld in kleine wegsegmenten, die telkens van kruispunt tot kruispunt (knooppunten) lopen. Een kruispunt is een punt waar twee of meerdere wegen samenkomen. Het Wegenregister wordt door de stad lokaal bijgehouden en verrijkt met extra attributen, zoals snelheid, rijrichting en categorie Mobiliteitsplan.

  • Samenvatting: De atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de wet van 10 april 1841. Deze wet op de buurtwegen is nog steeds van kracht. Bedoeling was een inventarisatie te maken van alle "openbare" wegen en "private wegen met openbare erfdienstbaarheid". In de periode 1843-1845 werden voor alle gemeenten leggers, openbare registers, van de buurtwegen opgemaakt. Deze zijn de geschiedenis ingegaan als Atlassen der Buurtwegen. Elke Atlas bestaat uit 3 luiken : overzichtsplan(nen), detailplannen en tabellen. Deze zijn ingescand en beschikbaar via http://www.provant.be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen/. In de loop der jaren werden talrijke wijzigingen (afschaffingen, bijklasseringen, verleggingen) op voordracht van de gemeente, door de deputatie goedgekeurd. Bij elke beslissing hoort een plan (document van wijziging) dat apart bewaard wordt. De digitale Atlas der Buurtwegen bestaat uit 3 vectoriële lagen : De Atlasgemeenten (vroegere administratieve indeling) , de originele buurtwegen en de wijzigingen. De laag 'Buurtwegen' bevat de originele wegen vermeldt op de Atlas. Dit zijn oa. buurtwegen(chemin), voetwegen (sentier), spoorwegen (chemin de fer), grote wegen (grande route),… Doel: De wetgever wilde in 1841 ondubbelzinnig aanduiden welke kleine wegen een openbaar karakter hadden. Wie eigenaar was (of is) van de bedding speelt eigenlijk geen rol. Al deze buurtwegen zijn aangeduid in de zogenaamde atlas van de buurtwegen. De atlas maakt een onderscheid in buurtwegen en voetwegen (sentiers). Voetwegen zijn smalle wegen, soms maar 1 meter breed en de bedding behoort gewoonlijk toe aan de aangelanden. De deputatie heeft beslissingsrecht in de afschaffing van buurt- en voetwegen. De deputatie heeft adviesrecht (aan de Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening) in de rooilijndossiers [grens tussen openbare weg en aangrenzende eigendommen] van buurtwegen. Voor buurtwegen behorende tot het openbaar domein is het decreet van 8 mei 2009 houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen van toepassing. Volgens artikel 9 van dit decreet is het advies van de deputatie niet vereist. Aanmaak: De analoge atlassen zijn ingescand en gegeorefereerd in opdracht van de provincie. Hierna zijn de atlasgemeenten en wijzigingen ingetekend. De buurtwegen zelf zijn gevectoriseerd op basis deze aangeleverde bestanden door SW/cel omgevingsinformatie.

  • Samenvatting: De atlassen van de Buurtwegen werden opgemaakt in opvolging van de wet van 10 april 1841. Deze wet op de buurtwegen is nog steeds van kracht. Bedoeling was een inventarisatie te maken van alle "openbare" wegen en "private wegen met openbare erfdienstbaarheid". In de periode 1843-1845 werden voor alle gemeenten leggers, openbare registers, van de buurtwegen opgemaakt. Deze zijn de geschiedenis ingegaan als Atlassen der Buurtwegen. Elke Atlas bestaat uit 3 luiken : overzichtsplan(nen), detailplannen en tabellen. Deze zijn ingescand en beschikbaar via http://www.provant.be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen/. In de loop der jaren werden talrijke wijzigingen (afschaffingen, bijklasseringen, verleggingen) op voordracht van de gemeente, door de deputatie goedgekeurd. Bij elke beslissing hoort een plan (document van wijziging) dat apart bewaard wordt. De digitale Atlas der Buurtwegen bestaat uit 3 vectoriële lagen : De Atlasgemeenten (vroegere administratieve indeling) , de originele buurtwegen en de wijzigingen. De laag wijzigingen bevat de latere aanpassingen op de originele Atlas. Doel: De wetgever wilde in 1841 ondubbelzinnig aanduiden welke kleine wegen een openbaar karakter hadden. Wie eigenaar was (of is) van de bedding speelt eigenlijk geen rol. Al deze buurtwegen zijn aangeduid in de zogenaamde atlas van de buurtwegen. De atlas maakt een onderscheid in buurtwegen en voetwegen (sentiers). Voetwegen zijn smalle wegen, soms maar 1 meter breed en de bedding behoort gewoonlijk toe aan de aangelanden. De deputatie heeft beslissingsrecht in de afschaffing van buurt- en voetwegen. De deputatie heeft adviesrecht (aan de Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening) in de rooilijndossiers [grens tussen openbare weg en aangrenzende eigendommen] van buurtwegen. Voor buurtwegen behorende tot het openbaar domein is het decreet van 8 mei 2009 houdende de vaststelling en realisatie van de rooilijnen van toepassing. Volgens artikel 9 van dit decreet is het advies van de deputatie niet vereist. Aanmaak: De analoge atlassen zijn ingescand en gegeorefereerd in opdracht van de provincie. Hierna zijn de atlasgemeenten en wijzigingen ingetekend. De buurtwegen zelf zijn gevectoriseerd op basis deze aangeleverde bestanden door SW/cel omgevingsinformatie.

  • Deze laag toon gedetailleerde gegevens over de fietsinfrastructuur, zoals fietspaden en fietsstraten. Ook breedte en rijrichting van de fietsinfrastructuur is opgenomen in de laag. De laag is gebaseerd op het Wegen Informatie Systeem (WIS)

  • Trage wegen zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer. Wandelaars, fietsers en ruiters zijn de belangrijkste gebruikers. Trage Wegen vzw heeft in opdracht van de stad de trage wegen in Antwerpen geïnventariseerd. Vervolgens zijn de trage wegen door de stad geïntegreerd in het Wegenregister, het middenschalig referentiebestand van de wegen in Vlaanderen.

  • In Antwerpen zijn er heel wat verschillende wandelroutes.Deze laag bevat verschillende wandelroutes, zoals de routes van Trage Wegen en wandelingen in de groenlandschappen in Antwerpen.

  • Laag met delen van wegsegmenten waar doorsteken gewenst zijn in de aanliggende bouwblokken, ofwel om de 50m of om de 100m. Deze datalaag worden jaarlijks in januari geactualiseerd. Om een fijnmazig voetgangersnetwerk uit te bouwen, is het belangrijk dat de voetganger om de 50m of max. 100m een doorsteek kan maken. Deze doorsteekbaarheid of stratenconnectiviteit gebeurt aan de hand van wegknooppunten. Deze knooppunten liggen op de kruising van alle wegen die bestemd zijn voor de voetganger (gemotoriseerde en niet gemotoriseerde wegen: doorstekenvoor voetganger en fietser, paden in parken, uitgezonderd de autosnelwegen). Om de 50 of 100m een wegknooppunt voorzien, kan makkelijk gedetecteerd worden aan de hand van de buffers. Als er nog straten, wegsegmenten of grote barrières zichtbaar zijn, dan heb je een doorsteek nodig.

  • Laag met 50m en 100m buffer van de wegknooppunten. Deze datalaag worden jaarlijks in januari geactualiseerd op basis van de wegknopen uit het Vlaamse Geopunt - http://www.geopunt.be/catalogus/datasetfolder/7c823055-7bbf-4d62-b55e-f85c30d53162 . (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=wegknoop , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=wegknoop , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=f7ba9b79-69c7-4ed3-8cdc-82d27ce13cb5 ) Om een fijnmazig voetgangersnetwerk uit te bouwen, is het belangrijk dat de voetganger om de 50m of max. 100m een doorsteek kan maken. Deze doorsteekbaarheid of stratenconnectiviteit gebeurt aan de hand van wegknooppunten. Deze knooppunten liggen op de kruising van alle wegen die bestemd zijn voor de voetganger (gemotoriseerde en niet gemotoriseerde wegen: doorsteken voor voetganger en fietser, paden in parken, uitgezonderd de autosnelwegen). Om de 50 of 100m een wegknooppunt voorzien, kan makkelijk gedetecteerd worden aan de hand van de buffers. Als er nog straten of grote barrières zichtbaar zijn, dan heb je een doorsteek nodig.

  • Het tragewegenregister bevat de geïnventariseerde trage wegen in Vlaanderen. Hieronder wordt verstaan: wegen die in hoofdzaak dienen voor traag verkeer (voetgangers, fietsers en/of ruiters, evt. gecombineerd met landbouw- of dienstvoertuigen) en die openbaar gebruikt worden. De databank bevat ook niet-afgeschafte buurt- en voetwegen die niet (meer) toegankelijk zijn. De service bevat eveneens fotolocaties met hyperlink naar een terreinfoto van de locatie.De provincies ondersteunen de gemeenten proactief in het lokale beleid rond trage wegen. Ze zorgen mee voor de inventarisatie van trage wegen en voor de opmaak en de uitvoering van beleidsplannen trage wegen. De provincies beschikken daardoor over heel wat inventarissen van trage wegen. Deze inventarissen zijn opgemaakt op gemeentelijk niveau door uiteenlopende organisaties (gemeente zelf, intercommunale, regionale landschappen, Trage Wegen vzw, ...) met uiteenlopende methodologieën. Om hiervan een Vlaamse gebiedsdekkende laag te maken, hebben de 5 provincies een gemeenschappelijke databankstructuur opgesteld. Alle gemeentelijke inventarissen worden geleidelijk 'vertaald' naar deze uniforme databankstructuur. De data worden geometrisch ook afgestemd op het Wegenregister. Dit is een samenwerking tussen de provinciale diensten mobiliteit, met technische ondersteuning door de GIS-diensten.De datalaag Trage Wegen wordt permanent aangevuld naarmate er nieuwe inventarissen omgezet worden naar de interprovinciale databankstructuur (inhoudelijk) en Wegenregister (geometrisch).

  • Het tragewegenregister bevat de geïnventariseerde trage wegen in Vlaanderen. Hieronder wordt verstaan: wegen die in hoofdzaak dienen voor traag verkeer (voetgangers, fietsers en/of ruiters, evt. gecombineerd met landbouw- of dienstvoertuigen) en die openbaar gebruikt worden. De databank bevat ook niet-afgeschafte buurt- en voetwegen die niet (meer) toegankelijk zijn. De service bevat eveneens fotolocaties met hyperlink naar een terreinfoto van de locatie.De provincies ondersteunen de gemeenten proactief in het lokale beleid rond trage wegen. Ze zorgen mee voor de inventarisatie van trage wegen en voor de opmaak en de uitvoering van beleidsplannen trage wegen. De provincies beschikken daardoor over heel wat inventarissen van trage wegen. Deze inventarissen zijn opgemaakt op gemeentelijk niveau door uiteenlopende organisaties (gemeente zelf, intercommunale, regionale landschappen, Trage Wegen vzw, ...) met uiteenlopende methodologieën. Om hiervan een Vlaamse gebiedsdekkende laag te maken, hebben de 5 provincies een gemeenschappelijke databankstructuur opgesteld. Alle gemeentelijke inventarissen worden geleidelijk 'vertaald' naar deze uniforme databankstructuur. De data worden geometrisch ook afgestemd op het Wegenregister. Dit is een samenwerking tussen de provinciale diensten mobiliteit, met technische ondersteuning door de GIS-diensten.De datalaag Trage Wegen wordt permanent aangevuld naarmate er nieuwe inventarissen omgezet worden naar de interprovinciale databankstructuur (inhoudelijk) en Wegenregister (geometrisch).