structuurplan
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
Service types
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Scale 1:
-
Deze data wordt dagelijks bijgehouden en is dus steeds up to date Samenvatting: De plannen van aanleg worden in de wet op de stedebouw (decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996) omschreven; bedoeld zijn het gewestplan, het algemeen plan van aanleg (A.P.A.) en bijzonder plan van aanleg (B.P.A.). Een bijzonder plan van aanleg geeft voor het betrokken deel van het gemeentelijk grondgebied volgende elementen aan: de bestaande toestand; de gedetailleerde bestemming van verschillende delen van het grondgebied voor bewoning, nijverheid, landbouw of enig ander gebruik; het tracé van alle in het bestaande verkeerswegennet te brengen wijzigingen; de voorschriften betreffende de plaatsing, de grootte en de welstand van de gebouwen en afsluitingen, alsmede die betreffende de binnenplaatsen en tuinen. Het kan bovendien aangeven: de voorschriften betreffende het aanleggen en uitrusten van de wegen, de bouwvrije stroken en de beplantingen; de plaatsen die bestemd worden voor het aanleggen van groene ruimten, bosreservaten, sportvelden en begraafplaatsen, alsmede voor openbare gebouwen en voor monumenten; indien een ruilverkaveling of herverkaveling nodig blijkt, de grenzen van de nieuwe kavels, onder vermelding dat die grenzen door het schepencollege kunnen worden gewijzigd met goedkeuring van de Vlaamse regering. De hierboven opgesomde voorschriften kunnen eigendomsbeperkingen inhouden, met inbegrip van bouwverbod. Wanneer een streek-, gewest- of algemeen plan bestaat, richt het bijzonder plan zich naar de aanwijzingen en bepalingen ervan, en vult ze aan. Het kan er desnoods van afwijken. Sinds het nieuw decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 (DRO) wordt het vroegere systeem van gewestplanwijzigingen en BPA's vervangen door de meer flexibele Ruimtelijke UitvoeringsPlannen (RUP's), Deze worden opgemaakt door de 3 bevoegdheisniveau's nl, gemeente, provincie en gewest op basis van het subsidiariteitsprincipe, Deze plannen worden opgemaakt om uitvoering te geven aan de ruimtelijke structuurplannen en worden bijgevolg steeds opgemaakt vertrekkende vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan, Deze laatste zijn strategische beleidsplannen die voor een bepaalde plantermijn aangeven hoe de ruimte van het betrokken grondgebied ontwikkeld en beheerd zal worden, Een RUP bevat elementen van bestemming, beheer en inrichting, Deze informatie zit vervat in stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn op een stuk grondgebied en bijgevolg en ruimtelijke link hebben (al dan niet perceelsgebonden) De hier gepubliceerde laag 'BPA-RUP-grondvlak (actuele toestand)' is een digitale vectoriële versie van de samengevoegde geactualiseerde BPA's en RUP's voor Antwerpen en wordt best gebruikt in combinatie met de gegeorefereerde scans van de originele analoge (papieren) plannen. De laag is een onderdeel van een meer uitgebreid bestand dat is opgebouwd uit 9 lagen namelijk de BPA-RUP-grondvlakken, de overdrukken (in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de lijnen(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de punten(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), een laag voor de eventuele deelzones binnen het RUP en de BPA- of RUP-contour (onderdeel van het plannenregister) . Hier worden enkel de geactualiseerde bestemmingsgebieden (de zogenaamde 'grondkleur' bv, 'zone voor kantoren') van de rechtsgeldige BPA's en RUP's weergegeven en gedocumenteerd. Deze laag is per definitie niet-overlappend binnen éénzelfde BPA of RUP,(in tegenstelling tot de overdruklaag die wel overlappende delen kan bevatten). Opbouw lagen volgens richtlijn op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/registers/digirups/digirups.html. Voor de gemeentelijke RUPs van Antwerpen wordt voor de hoofdbestemming gekozen uit de lijst uit het handboek RUPs. (hierop wordt de inkleuring ook gebaseerd) Doel: De bestemmingscontouren dienen ter ondersteuning van de ruimtelijke planning en adviesverlening in Antwerpen op alle beleidsniveaus. Het is een belangrijke informatielaag bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid via ruimtelijke analyse, kartografie, en geautomatiseerde dossierafhandeling. Aanmaak: Digitalisatie van de BPA-bestemmingen van de rechtsgeldige BPA’s adhv de ingescande en gegeorefereerde scans.Recente BPA's en Gemeentelijke RUP's worden aangeleverd in GIS-formaat, De provinciale en gewestelijke RUP's worden decretaal verplicht in GIS aangeleverd door de betreffende overheid.
-
Deze data wordt dagelijks bijgehouden en is dus steeds up to date Samenvatting: De plannen van aanleg worden in de wet op de stedebouw (decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996) omschreven; bedoeld zijn het gewestplan, het algemeen plan van aanleg (A.P.A.) en bijzonder plan van aanleg (B.P.A.). Een bijzonder plan van aanleg geeft voor het betrokken deel van het gemeentelijk grondgebied volgende elementen aan: de bestaande toestand; de gedetailleerde bestemming van verschillende delen van het grondgebied voor bewoning, nijverheid, landbouw of enig ander gebruik; het tracé van alle in het bestaande verkeerswegennet te brengen wijzigingen; de voorschriften betreffende de plaatsing, de grootte en de welstand van de gebouwen en afsluitingen, alsmede die betreffende de binnenplaatsen en tuinen. Het kan bovendien aangeven: de voorschriften betreffende het aanleggen en uitrusten van de wegen, de bouwvrije stroken en de beplantingen; de plaatsen die bestemd worden voor het aanleggen van groene ruimten, bosreservaten, sportvelden en begraafplaatsen, alsmede voor openbare gebouwen en voor monumenten; indien een ruilverkaveling of herverkaveling nodig blijkt, de grenzen van de nieuwe kavels, onder vermelding dat die grenzen door het schepencollege kunnen worden gewijzigd met goedkeuring van de Vlaamse regering. De hierboven opgesomde voorschriften kunnen eigendomsbeperkingen inhouden, met inbegrip van bouwverbod. Wanneer een streek-, gewest- of algemeen plan bestaat, richt het bijzonder plan zich naar de aanwijzingen en bepalingen ervan, en vult ze aan. Het kan er desnoods van afwijken. Sinds het nieuw decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 (DRO) wordt het vroegere systeem van gewestplanwijzigingen en BPA's vervangen door de meer flexibele Ruimtelijke UitvoeringsPlannen (RUP's), Deze worden opgemaakt door de 3 bevoegdheisniveau's nl, gemeente, provincie en gewest op basis van het subsidiariteitsprincipe, Deze plannen worden opgemaakt om uitvoering te geven aan de ruimtelijke structuurplannen en worden bijgevolg steeds opgemaakt vertrekkende vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan, Deze laatste zijn strategische beleidsplannen die voor een bepaalde plantermijn aangeven hoe de ruimte van het betrokken grondgebied ontwikkeld en beheerd zal worden, Een RUP bevat elementen van bestemming, beheer en inrichting, Deze informatie zit vervat in stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn op een stuk grondgebied en bijgevolg en ruimtelijke link hebben (al dan niet perceelsgebonden) De hier gepubliceerde laag 'BPA-RUP-grondvlak (actuele toestand)' is een digitale vectoriële versie van de samengevoegde geactualiseerde BPA's en RUP's voor Antwerpen en wordt best gebruikt in combinatie met de gegeorefereerde scans van de originele analoge (papieren) plannen. De laag is een onderdeel van een meer uitgebreid bestand dat is opgebouwd uit 9 lagen namelijk de BPA-RUP-grondvlakken, de overdrukken (in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de lijnen(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de punten(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), een laag voor de eventuele deelzones binnen het RUP en de BPA- of RUP-contour (onderdeel van het plannenregister) . Hier worden enkel de geactualiseerde bestemmingsgebieden (de zogenaamde 'grondkleur' bv, 'zone voor kantoren') van de rechtsgeldige BPA's en RUP's weergegeven en gedocumenteerd. Deze laag is per definitie niet-overlappend binnen éénzelfde BPA of RUP,(in tegenstelling tot de overdruklaag die wel overlappende delen kan bevatten). Opbouw lagen volgens richtlijn op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/registers/digirups/digirups.html. Voor de gemeentelijke RUPs van Antwerpen wordt voor de hoofdbestemming gekozen uit de lijst uit het handboek RUPs. (hierop wordt de inkleuring ook gebaseerd) Doel: De bestemmingscontouren dienen ter ondersteuning van de ruimtelijke planning en adviesverlening in Antwerpen op alle beleidsniveaus. Het is een belangrijke informatielaag bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid via ruimtelijke analyse, kartografie, en geautomatiseerde dossierafhandeling. Aanmaak: Digitalisatie van de BPA-bestemmingen van de rechtsgeldige BPA’s adhv de ingescande en gegeorefereerde scans.Recente BPA's en Gemeentelijke RUP's worden aangelverd in GIS-formaat, De provinciale en gewestelijke RUP's worden decretaal verplicht in GIS aangeleverd door de betreffende overheid,
-
Deze data wordt dagelijks bijgehouden en is dus steeds up to date Samenvatting: De plannen van aanleg worden in de wet op de stedebouw (decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996) omschreven; bedoeld zijn het gewestplan, het algemeen plan van aanleg (A.P.A.) en bijzonder plan van aanleg (B.P.A.). Een bijzonder plan van aanleg geeft voor het betrokken deel van het gemeentelijk grondgebied volgende elementen aan: de bestaande toestand; de gedetailleerde bestemming van verschillende delen van het grondgebied voor bewoning, nijverheid, landbouw of enig ander gebruik; het tracé van alle in het bestaande verkeerswegennet te brengen wijzigingen; de voorschriften betreffende de plaatsing, de grootte en de welstand van de gebouwen en afsluitingen, alsmede die betreffende de binnenplaatsen en tuinen. Het kan bovendien aangeven: de voorschriften betreffende het aanleggen en uitrusten van de wegen, de bouwvrije stroken en de beplantingen; de plaatsen die bestemd worden voor het aanleggen van groene ruimten, bosreservaten, sportvelden en begraafplaatsen, alsmede voor openbare gebouwen en voor monumenten; indien een ruilverkaveling of herverkaveling nodig blijkt, de grenzen van de nieuwe kavels, onder vermelding dat die grenzen door het schepencollege kunnen worden gewijzigd met goedkeuring van de Vlaamse regering. De hierboven opgesomde voorschriften kunnen eigendomsbeperkingen inhouden, met inbegrip van bouwverbod. Wanneer een streek-, gewest- of algemeen plan bestaat, richt het bijzonder plan zich naar de aanwijzingen en bepalingen ervan, en vult ze aan. Het kan er desnoods van afwijken. Sinds het nieuw decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 (DRO) wordt het vroegere systeem van gewestplanwijzigingen en BPA's vervangen door de meer flexibele Ruimtelijke UitvoeringsPlannen (RUP's), Deze worden opgemaakt door de 3 bevoegdheisniveau's nl, gemeente, provincie en gewest op basis van het subsidiariteitsprincipe, Deze plannen worden opgemaakt om uitvoering te geven aan de ruimtelijke structuurplannen en worden bijgevolg steeds opgemaakt vertrekkende vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan, Deze laatste zijn strategische beleidsplannen die voor een bepaalde plantermijn aangeven hoe de ruimte van het betrokken grondgebied ontwikkeld en beheerd zal worden, Een RUP bevat elementen van bestemming, beheer en inrichting, Deze informatie zit vervat in stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn op een stuk grondgebied en bijgevolg en ruimtelijke link hebben (al dan niet perceelsgebonden) De hier gepubliceerde laag 'BPA-RUP-grondvlak (actuele toestand)' is een digitale vectoriële versie van de samengevoegde geactualiseerde BPA's en RUP's voor Antwerpen en wordt best gebruikt in combinatie met de gegeorefereerde scans van de originele analoge (papieren) plannen. De laag is een onderdeel van een meer uitgebreid bestand dat is opgebouwd uit 9 lagen namelijk de BPA-RUP-grondvlakken, de overdrukken (in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de lijnen(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), de punten(in 2 lagen op basis van al of niet geometrisch nauwkeurig), een laag voor de eventuele deelzones binnen het RUP en de BPA- of RUP-contour (onderdeel van het plannenregister) . Hier worden enkel de geactualiseerde bestemmingsgebieden (de zogenaamde 'grondkleur' bv, 'zone voor kantoren') van de rechtsgeldige BPA's en RUP's weergegeven en gedocumenteerd. Deze laag is per definitie niet-overlappend binnen éénzelfde BPA of RUP,(in tegenstelling tot de overdruklaag die wel overlappende delen kan bevatten). Opbouw lagen volgens richtlijn op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/registers/digirups/digirups.html. Voor de gemeentelijke RUPs van Antwerpen wordt voor de hoofdbestemming gekozen uit de lijst uit het handboek RUPs. (hierop wordt de inkleuring ook gebaseerd) Doel: De bestemmingscontouren dienen ter ondersteuning van de ruimtelijke planning en adviesverlening in Antwerpen op alle beleidsniveaus. Het is een belangrijke informatielaag bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid via ruimtelijke analyse, kartografie, en geautomatiseerde dossierafhandeling. Aanmaak: Digitalisatie van de BPA-bestemmingen van de rechtsgeldige BPA’s adhv de ingescande en gegeorefereerde scans.Recente BPA's en Gemeentelijke RUP's worden aangeleverd in GIS-formaat, De provinciale en gewestelijke RUP's worden decretaal verplicht in GIS aangeleverd door de betreffende overheid.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘dorpen en metropool’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld is onderverdeeld in enkele subbeelden: policentrische stad, erfgoed, wonen, werken en recreatie. In het subbeeld van ‘dorpen en metropool – recreatie’ wordt gepleit voor meer welzijn. Zodat zowel de bewoners als de bezoekers er zich goed voelen. Onder welzijn kunnen verschillende aspecten verstaan worden, gaande van voldoende groen – zowel op stedelijk niveau als in buurten en wijken – over sport en recreatie tot onderwijs en cultuur. Deze verschillende aspecten bevinden zich binnen verschillende sectoren, wat de integratie niet ten goede komt. Het ruimtelijk structuurplan is een belangrijke gelegenheid om de dingen samen te brengen. Als doelstellingen heeft dit beeld: het spreiden van voorzieningen, het organiseren van een gevarieerd en hedendaags onderwijs, toegankelijk maken van sportaanbod en ambities koesteren, synergie e n cre e ren en cultuur cultuur laten. De selecties uit dit beeld bestaan uit cultuurrecreatieve clusters, nieuwe grote clusters, reserveculsters, toplocaties en cultuurrecreatieve routes. De clusters in het algemeen beklemtonen de noodzaak aan kwalitatieve omgevingen en zijn aanvullend bij de stedelijke en buurtcentra. Een cultuurrecreatief cluster is een nieuwe interpretatie van de stedelijke ruimte, waarbij de relatie tussen de verschillende soorten recreatieve voorzieningen op buurt- en wijkniveau benadrukt wordt. De lokale cluster is gebaseerd op de mogelijkheden van medegebruik tussen bestaande of nieuwe scholen, speeltuinen, sportinfrastructuur en groen. Grote recreatieve clusters (nieuwe of reserve) gaan ook uit van onderlinge verbanden binnen een (nieuwe) stedelijke ruimte maar bevat tegelijk ook een stedelijk of grootstedelijke variant, van een cultuur – recreatieve activiteit of voorziening, die een bovenlokale uitstraling heeft. Doel: Visualisatie van de selectiekaart 06E_recre e ren van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘dorpen en metropool’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld is onderverdeeld in enkele subbeelden: policentrische stad, erfgoed, wonen, werken en recreatie. In het subbeeld van ‘dorpen en metropool – werken’ beoogt het ruimtelijk structuurplan niet rechtstreeks een economisch beleid uit te stippelen. Het ruimtelijk structuurplan kan wel beschouwd worden als een aanvulling op een beleid voor ontwikkeling en kan helpen en sturen bij een duurzame groei, door een aantal ‘deugdzame relaties’ te ondersteunen een aantal andere te ontmoedigen. De doelstellingen om deze visie te bereiken zijn: het behoud van de historische clusters, versterken van de economische rol van handel en bedrijvigheid, ruimte voor nieuwe groeisectoren en aantrekken van innovatieve activiteiten. De selecties gebeurden op basis van twee modellen: clusters en modellen. Wat resulteerde in clusters bedrijventerreinen en verwevingsgebieden, bedrijvigheid in woonzones, mobiliseren van lege terreinen en reorganiseren van restgronden, herbruik van brownfields, nieuwe bedrijven terreinen, nieuwe kantoorlocaties en kleinhandelsgebieden Doel: Visualisatie van de selectiekaart 06D_werken van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘dorpen en metropool’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld is onderverdeeld in enkele subbeelden: policentrische stad, erfgoed, wonen, werken en recreatie. Het subbeeld van ‘dorpen en metropool – wonen’ wenst aandacht te besteden van de woonfunctie binnen Antwerpen, waarbij de voormalige emigratie van de autochtone bevolking, zelfs na stabilisatie, extra aandacht behoeft. Het wegwerken van de oorzaken van een mogelijke suburbanisatieproces is de enige manier om het proces zelf te weren. Er moet een nieuw evenwicht gezocht worden: tussen open en bebouwde ruimte, tussen hoogbouw en laagbouw, tussen huur – en koopwoningen, tussen verschillende woonvormen en woontypes, tussen woningen van verschillende prijs en kwaliteit. Om dit te bereiken dienen: er nieuwe woningen en woonvormen te worden aangeboden, selectieve inwonersinstroom gestimuleerd te worden en het openbaar domein gebruikt te worden als rode draad binnen dit ganse proces. De selecties binnen dit beeld vormen samen de woningprogrammatie kaart. Op basis van een hele reeks criteria worden er gebieden geselecteerd en specifieke ontwikkelingsregels – afkomstig uit de verschillende beelden van de stad – opgelegd. Doel: Visualisatie van de selectiekaart 06C_wonen van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘dorpen en metropool’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld is onderverdeeld in enkele subbeelden: policentrische stad, erfgoed, wonen, werken en recreatie. Het subbeeld dorpen en metropool – policentrische, geeft aan dat Antwerpen, net als vele andere Europese steden een traditie heeft van verschillende dorpen in een metropool en grootstedelijke functies in dorpen. Vandaag is de onderlinge relatie tussen de dorpen en de metropool aan het evolueren. Antwerpen maakt heden deel uit van het grootstedelijk netwerk, waardoor er nieuwe relaties tussen de dorpen en de metropool ontstaan. Zo moet de stad enerzijds ervaren worden als een verzameling van wijken, die hun herkenbaarheid, leefbaarheid en zelfstandigheid, tot op zeker niveau, kunnen behouden. Dit betekent dat handel, diensten en werkgelegenheid moeten verdeeld worden over deze kernen. Hierbinnen is verweving een belangrijk begrip. Anderzijds moet het imago van Antwerpen als metropool worden heropgewaardeerd. Het is een imago van een wereldstad met haar economische slagkracht en zijn cultureel belang. Zo dienen de diamantsector, modesector, universiteit als kenniscentrum versterkt te worden, dienen culturele evenementen blijven gestimuleerd te worden en dient de kwaliteit van het toerisme te verbeteren. Als doelstelling wordt er een onderscheid gemaakt tussen deze voor de metropool en deze voor de dorpen. De metropool dient cultuurhistorisch erfgoed, beeldbepalende en beeldondersteunende gebouwen te behouden; het dient het stedelijke weefsel te vernieuwen en dient representatieve en grootstedelijke economische functies te ontwikkelen. Het metropolitaan gebied wordt beschouwd als alle onderdelen van de harde ruggengraat (zie actief beleid) De dorpen dienen hun centrum te versterken om op die manier een eigen identiteit en een rol in de stedelijke, regionale en metropolitane context te verwerven. De centra worden onderverdeeld in stedelijke en buurtcentra. De stedelijke centra zijn: Hoboken, Wilrijk, Kiel, Gitschote, Fruithof, Deurne Zuid, Deurne Noord, Merksem, Luchtbal, Ekeren, Lillo, Berendrecht, Zandvliet, Linkeroever. De buurtcentra, in de negentiende eeuwse gordel zijn: Sint – Jansplein, De Coninckplein, Kerkstraat, Oud Borgerhout, Zurenborg, Oud Berchem, Markgrave Doel: Visualisatie van de selectiekaart 06B_dorpen_en_metropool van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘dorpen en metropool’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld is onderverdeeld in enkele subbeelden: policentrische stad, erfgoed, wonen, werken en recreatie. Het subbeeld dorpen en metropool – policentrische, geeft aan dat Antwerpen, net als vele andere Europese steden een traditie heeft van verschillende dorpen in een metropool en grootstedelijke functies in dorpen. Vandaag is de onderlinge relatie tussen de dorpen en de metropool aan het evolueren. Antwerpen maakt heden deel uit van het grootstedelijk netwerk, waardoor er nieuwe relaties tussen de dorpen en de metropool ontstaan. Zo moet de stad enerzijds ervaren worden als een verzameling van wijken, die hun herkenbaarheid, leefbaarheid en zelfstandigheid, tot op zeker niveau, kunnen behouden. Dit betekent dat handel, diensten en werkgelegenheid moeten verdeeld worden over deze kernen. Hierbinnen is verweving een belangrijk begrip. Anderzijds moet het imago van Antwerpen als metropool worden heropgewaardeerd. Het is een imago van een wereldstad met haar economische slagkracht en zijn cultureel belang. Zo dienen de diamantsector, modesector, universiteit als kenniscentrum versterkt te worden, dienen culturele evenementen blijven gestimuleerd te worden en dient de kwaliteit van het toerisme te verbeteren. Als doelstelling wordt er een onderscheid gemaakt tussen deze voor de metropool en deze voor de dorpen. De metropool dient cultuurhistorisch erfgoed, beeldbepalende en beeldondersteunende gebouwen te behouden; het dient het stedelijke weefsel te vernieuwen en dient representatieve en grootstedelijke economische functies te ontwikkelen. Het metropolitaan gebied wordt beschouwd als alle onderdelen van de harde ruggengraat (zie actief beleid) De dorpen dienen hun centrum te versterken om op die manier een eigen identiteit en een rol in de stedelijke, regionale en metropolitane context te verwerven. De centra worden onderverdeeld in stedelijke en buurtcentra. De stedelijke centra zijn: Hoboken, Wilrijk, Kiel, Gitschote, Fruithof, Deurne Zuid, Deurne Noord, Merksem, Luchtbal, Ekeren, Lillo, Berendrecht, Zandvliet, Linkeroever. De buurtcentra, in de negentiende eeuwse gordel zijn: Sint – Jansplein, De Coninckplein, Kerkstraat, Oud Borgerhout, Zurenborg, Oud Berchem, Markgrave Doel: Visualisatie van de selectiekaart 06A_polycentrische_stad van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘poreuze stad’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld pleit voor het aangrijpen van de aanpassende verschijningsvormen van de stad en heeft betrekking op de morfologie van de stad. Het is gerelateerd aan de verschillen in het stedelijk ruimtegebruik en de verschillende stromen van de gebruikers in deze ruimte. De stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen moeten zich kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoontes in de maatschappij. De porositeit van de stad moet gebruikt en verbeterd worden door handelsactiviteiten, wonen en werken te integreren in elkaars nabijheid. Het doel van porositeit is het in gebruik nemen van leegstaande gebouwen of onbebouwde percelen voor residentiële of economische activiteiten, eventueel gekoppeld aan de vernieuwing van het materiële weefsel en de open ruimte. Hierbij moet ook infrastructuur voor het sociale leven en het verenigingsleven gecreëerd worden. Het behoud van een zekere mix op sociaal en functioneel vlak moet verder gedifferentieerd worden op buurtniveau. Het uiteindelijke doel is het garanderen van de kwaliteit van wonen en werken in de stad en het verhogen van het algemene welzijn. Daar elk gebied in de stad andere noden kent, vergt dit een gebiedsgerichte oplossing. Dit beeld kent echter twee types van selectie die ook resulteren in twee selectie kaarten: ten eerste de selectie voor de bebouwde ruimte en ten tweede de selectie van de groene ruimte. De selectie van de gebouwde gebieden richt zich op de bouwblokken. Het betreft een wensbeeld met aandacht voor beeldkwaliteit van open en bebouwde ruimte, functionele verweving, mix van typologie, porositeit, fasering,… De selectiekaart richt zich enerzijds tot bouwblokrenovatieprojecten in de 19e eeuwse gordel en anderzijds tot projecten in moderne stadswijken van de 20st eeuwse gordel. De selectie van de groene ruimte is gerelateerd aan een groenstrategie, die zich richt op de poreuze delen van de stad. Ter bevordering van de groenvoorziening in de diverse stadswijken kunnen een aantal gebieden met een specifiek beleid geselecteerd worden. De ruimtelijke inventaris van groene ruimten in de stad en in de inventaris van tekortzones buurt- en wijkgroen, moeten ingezet worden om op stadsniveau een groennetwerk uit te bouwen. Doel: Visualisatie van de selectiekaart 05B_poreuze_stad_groen van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.
-
Samenvatting: In het s-RSA wordt het toekomstige ruimtelijke beleid van de stad Antwerpen voorgesteld. Dit beleid is opgebouwd uit een generieke of stadsbrede visie en een actieve of projectmatige aanpak. Het generieke beleid kan als volgt beschreven worden: · Het generiek beleid is opgebouwd uit zeven beelden: waterstad, ecostad, havenstad, spoorstad, poreuze stad, dorpen en metropool en megastad. Deze beelden vormen samen het collectieve geheugen van de inwoners en bezoekers van de stad. · Vanuit een generieke benadering betekent het strategisch beleid het vooropstellen van een aantal doelen, gestructureerd volgens de beelden van de stad, die op hun beurt strategische selecties en maatregelen bepalen. Deze selecties vormen de basis voor de selectiekaarten. · De beelden van de stad vormen het referentiekader waarmee elk project dat betrekking heeft op Antwerpen, rekening mee dient te houden. Dit kader wordt opgebouwd uit regels opgemaakt vanuit elk beeld. Daar de generieke regels betrekking hebben op het ganse grondgebied van de stad, dient ook het actief beleid (de ruimtes, programma’s en projecten) zich hiernaar richten Het beeld van de ‘poreuze stad’ is één van de zeven beelden binnen het s-RSA. Dit beeld pleit voor het aangrijpen van de aanpassende verschijningsvormen van de stad en heeft betrekking op de morfologie van de stad. Het is gerelateerd aan de verschillen in het stedelijk ruimtegebruik en de verschillende stromen van de gebruikers in deze ruimte. De stedelijke ruimte en haar verschijningsvormen moeten zich kunnen aanpassen aan de steeds wijzigende omstandigheden en leefgewoontes in de maatschappij. De porositeit van de stad moet gebruikt en verbeterd worden door handelsactiviteiten, wonen en werken te integreren in elkaars nabijheid. Het doel van porositeit is het in gebruik nemen van leegstaande gebouwen of onbebouwde percelen voor residentiële of economische activiteiten, eventueel gekoppeld aan de vernieuwing van het materiële weefsel en de open ruimte. Hierbij moet ook infrastructuur voor het sociale leven en het verenigingsleven gecreëerd worden. Het behoud van een zekere mix op sociaal en functioneel vlak moet verder gedifferentieerd worden op buurtniveau. Het uiteindelijke doel is het garanderen van de kwaliteit van wonen en werken in de stad en het verhogen van het algemene welzijn. Daar elk gebied in de stad andere noden kent, vergt dit een gebiedsgerichte oplossing. Dit beeld kent echter twee types van selectie die ook resulteren in twee selectie kaarten: ten eerste de selectie voor de bebouwde ruimte en ten tweede de selectie van de groene ruimte. De selectie van de gebouwde gebieden richt zich op de bouwblokken. Het betreft een wensbeeld met aandacht voor beeldkwaliteit van open en bebouwde ruimte, functionele verweving, mix van typologie, porositeit, fasering,… De selectiekaart richt zich enerzijds tot bouwblokrenovatieprojecten in de 19e eeuwse gordel en anderzijds tot projecten in moderne stadswijken van de 20st eeuwse gordel. De selectie van de groene ruimte is gerelateerd aan een groenstrategie, die zich richt op de poreuze delen van de stad. Ter bevordering van de groenvoorziening in de diverse stadswijken kunnen een aantal gebieden met een specifiek beleid geselecteerd worden. De ruimtelijke inventaris van groene ruimten in de stad en in de inventaris van tekortzones buurt- en wijkgroen, moeten ingezet worden om op stadsniveau een groennetwerk uit te bouwen. Doel: Visualisatie van de selectiekaart 05A_poreuze_stad_bebouwd van het sRSA,De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. De selectiekaart is geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten Aanmaak: De selectiekaarten zijn het resultaat van de omzetting van de zeven opgemaakte beelden van de stad naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen.