Resolution

0 m

29 record(s)
 
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 29
  • Overzicht van de publieke halteplaatsen bediend door bussen en trams de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, waar reizigers kunnen op- of afstappen.

  • Sinds meerdere decennia staat het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in voor de aanleg, de selectie en het beheer van levende collecties van bomen en struiken.Deze collecties dienen een drievoudig doel, met name i. Uitgangsmateriaal ii. Proefpercelen en iii. Basiscollecties.UitgangsmateriaalBosbouwkundig uitgangsmateriaal omvat levende collecties van bomen en struiken die de basis vormen voor de productie van bosbouwkundig teeltmateriaal zoals zaden, plantendelen en plantgoed. In toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (3 oktober 2003) mag teeltmateriaal dat in de handel wordt gebracht enkel geoogst worden op erkend uitgangsmateriaal.Het erkend uitgangsmateriaal wordt als “toegelaten eenheid” met een unieke referentiecode ingeschreven in het Register van het Bosbouwkundig Uitgangsmateriaal dat door het INBO wordt bijgehouden.ProefpercelenIn 1948 werd aan het INBO (toenmalig Instituut voor Populierenteelt) een selectie- en veredelingsprogramma rond populier uitgebouwd, gericht op voorbrengen van populierenklonen gekenmerkt door een hoge en kwalitatief hoogwaardige houtproductie. Vanaf de jaren ’80 werd dit veredelingsprogramma verder uitgebreid naar andere economisch belangrijke boomsoorten zoals wilg, boskers, gewone es, zwarte els, gewone esdoorn en wintereik.Ter ondersteuning van dit veredelingsonderzoek werden talloze veldproeven aangelegd waarin periodisch meerdere bosbouwkundig relevante kenmerken werden gemeten en geobserveerd (groeikracht, vorm, ziekteresistentie, fenologie).In het kader van de klimaatverandering worden sinds enkele jaren bijkomende veldproeven aangelegd. Doelstelling is het aanpassingsvermogen van boom- en struiksoorten in beeld te brengen door het uitvoeren van observaties in jaren met uiteenlopende klimatologische condities en in veldproeven aangelegd op sterk verschillende standplaatsen.BasiscollectiesAan het INBO worden sinds meer dan een halve eeuw basiscollecties aangelegd van diverse boom- en struiksoorten. Enerzijds vormden deze uiterst waardevolle collecties de basis van jarenlange veredelingsprogramma’s van economisch waardevolle boomsoorten met als einddoel de selectie of creatie van genetisch hoogwaardig uitgangsmateriaal.Anderzijds werden recenter meerdere collecties aangelegd in functie van het behoud van waardevolle (autochtone) genotypes en/of populaties van inheemse boom- en struiksoorten.

  • Deze datasets bevatten een wijkindeling voor heel Vlaanderen, steeds gebaseerd op de statistische sectoren. Elke wijk bestaat uit minstens één sector, en elke sector wordt aan niet meer of minder dan één wijk toegekend. We volgen hierbij bij de indeling die gemeenten zelf hanteren. Indien we geen weet hebben van een sector-gebaseerde indeling van de gemeente zelf, dan kan dit aangevuld worden met een NIS7-gebaseerde indeling. Meer context via de projectfiche https://github.com/provinciesincijfers/gebiedsniveaus/tree/master/gemeente_statsec_wijken

  • Watervlakken 1.2 is een gegeorefereerd digitaal bestand van stilstaande oppervlaktewateren in Vlaanderen. Het bestand, opgebouwd door combinatie van bestaande topografische kaartlagen, orthofotobeelden, het digitaal terreinmodel Vlaanderen versie II en in beperkte mate veldwerk, omvat 93.135 polygonen met een grootte tussen 1,45 m² en 2,47 km² en kan beschouwd worden als de meest volledige weergave van stilstaande wateren die momenteel voor het Vlaamse grondgebied beschikbaar is. In die zin kan het gebruikt worden voor een breed scala aan toepassingen in onderzoek, beleidsvoorbereiding en -uitvoering, beheerplanning en -evaluatie waarbij de verspreiding en kenmerken van stilstaande wateren een rol spelen. ‘Watervlakken’ verschaft tevens een unieke referentie voor het verdere gegevensbeheer betreffende dergelijke waterlichamen.Voor versie 1.2 werden 843 2 x 2 kilometerhokken systematisch gereviseerd, voornamelijk gelegen in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg. Daarbij werd ook de gehele duinregio opnieuw gereviseerd om ook de meest recente herinrichtingen op te nemen. De provincie West-Vlaanderen is hierdoor nu volledig gereviseerd sinds versie 1.0. De gereviseerde hokken in Watervlakken 1.1 en Watervlakken 1.2 beslaan samen 57% van de oppervlakte van Vlaanderen. Gemiddeld werden er per gereviseerd hok in Watervlakken 1.2 zes watervlakken bijgetekend of aangepast van vorm.In vergelijking met versie 1.1 werden 5.429 nieuwe watervlakken toegevoegd, dit betreft hoofdzakelijk nieuw aangelegde poelen, tuinvijvers en zwemvijvers. Van 948 watervlakken werd de vorm aangepast op basis van de meest recente orthofoto’s (Informatie Vlaanderen 2019, 2020). Deze zijn zowel toe te schrijven aan effectieve veranderingen op het terrein (heraangelegde oevers en plassen en effecten van langdurige veranderingen in waterpeil), als aan correcties van eerdere digitalisaties. Verder werden 1.007 watervlakken verwijderd die door demping of andere herinrichtingen uit het landschap zijn verdwenen.

  • Datasetreeks van datasets met interessante plaatsen

  • Aslijnen van de wegen in de Atlas der Buurtwegen waar een wijzigingsdossier van toepassing is. De gegevens bevatten de wijzigingen tot 31 augustus 2019. Dossiers vanaf 1 september 2019 vallen onder de bevoegdheid van de steden en gemeenten.

  • Bij de opmaak van een natuurbeheerplan, een projectsubsidie natuur, of andere gelijkgestelde instrumenten ter realisatie van de IHD (instandhoudingsdoelstellingen), kunnen welbepaalde natuurstreefbeelden tot doel gesteld worden voor vegetaties, leefgebieden van soorten of procesgestuurde natuur. Het Instandhoudingsbesluit (BVR 20/06/2014, art. 8) stelt echter dat het realiseren van de Europees te beschermen boshabitattypen niet mag leiden tot een betekenisvolle verslechtering of achteruitgang van de zgn. vegetaties van regionaal belang (VRB’s), zoals gespecificeerd in bijlage bij het besluit. De VRB’s zijn gedefinieerd aan de hand van welbepaalde karteringseenheden uit de Biologische Waarderingskaart (BWK) en Natura 2000 Habitatkaart. Door deze selectie te vertalen naar een ruimtelijk bestand is het voor elke opsteller van een natuurbeheerplan duidelijk op welke percelen of delen van percelen art. 8 van het Instandhoudingsbesluit van toepassing is.Deze kaartlaag geeft de best beschikbare informatie anno 2020 weer over de verspreiding van de vegetaties van regionaal belang. Dit kan een vereenvoudiging zijn van de werkelijkheid op terrein. Te allen tijde geldt de reële situatie op het terrein voor toepassing t.b.v. het beleidsmatig en wettelijk kader.Noch de auteurs noch het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke fouten en de gevolgen die daaruit kunnen voortvloeien.

  • Algemene havenkaart van het havengebied Antwerpen in opdracht van Haven van Antwerpen-Brugge; de data wordt elke dag geüpdatet

  • In een vorig project werden zogenaamde potentiële leefgebiedenkaarten gemaakt voor een aantal Europees en Vlaams prioritaire soorten (Maes et al., 2019). We maakten hiervoor gebruik van de zogenaamde GeoDynamiX toolbox van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Met behulp van allerlei beschikbare kaartlagen zoals de Biologische Waarderingskaart, de bodemkaart, de watervlakkenkaart, enzovoort en gedetailleerde kennis over de specifieke ecologische eisen van elke soort bakende dit model heel gedetailleerde kaarten af met locaties waar deze soorten potentieel zouden kunnen voorkomen in Vlaanderen (https://geo.inbo.be/potleefgebieden/). Hierbij werd echter geen rekening gehouden met de actuele verspreiding van de soorten en werden ook gebieden afgebakend waar de soort momenteel niet voorkomt of die voor de soort momenteel onbereikbaar zijn. Hierdoor werden voor sommige soorten vrij grote gebieden afgebakend als potentieel geschikt leefgebied en waren deze kaarten niet altijd inzetbaar voor beleidsdoeleinden. Om hieraan te verhelpen, verfijnden we de potentiële leefgebiedenkaarten met actuele verspreidingsinformatie van de soorten door rond de locaties waar ze momenteel voorkomen een buffer te trekken die overeenkomt met hun kolonisatiecapaciteit. Door na te gaan welke potentiële leefgebieden overlappen met hun actuele verspreiding (inclusief de kolonisatiebuffer) bekwamen we kaarten met het zogenaamde Actueel Relevant Potentieel Leefgebied (ARPL; Maes et al., 2016). Deze kaarten bevatten dus enerzijds alle gebieden waar soorten momenteel voorkomen, maar ook de potentiële leefgebieden die vanuit deze locaties door de soort te bereiken zijn. Dit maakt het tot een praktischer instrument in allerlei beleidstoepassingen dan de ruime potentiële leefgebiedenkaarten. Door een samenwerking tussen het INBO en ANB zijn deze ARPL-kaarten sinds kort beschikbaar als webservice en zijn ze ook te downloaden voor gebruik in GIS-toepassingen.

  • Watervlakken 1.1 is een gegeorefereerd digitaal bestand van stilstaande oppervlaktewateren in Vlaanderen. Het bestand, opgebouwd door combinatie van bestaande topografische kaartlagen, orthofotobeelden, het digitaal terreinmodel Vlaanderen versie II en in beperkte mate veldwerk, omvat 88.713 polygonen met een grootte tussen 1,5 m² en 2,46 km² en kan beschouwd worden als de meest volledige weergave van stilstaande wateren die momenteel voor het Vlaamse grondgebied beschikbaar is. In die zin kan het gebruikt worden voor een breed scala aan toepassingen in onderzoek, beleidsvoorbereiding en -uitvoering, beheerplanning en -evaluatie waarbij de verspreiding en kenmerken van stilstaande wateren een rol spelen. ‘Watervlakken’ verschaft tevens een unieke referentie voor het verdere gegevensbeheer betreffende dergelijke waterlichamen.Bij deze nieuwe uitgave van Watervlakken (1.1) werd gebruik gemaakt van de orthofotobeelden van 2018 en 2019 en het digitaal terreinmodel Vlaanderen. Hierbij werden 1261 UTM-hokken, goed voor 31,5% van het Vlaams Gewest, systematisch gereviseerd. Tevens werden ad hoc meldingen van gebruikers en terreinwaarnemingen aangewend om nieuwe watervlakken te digitaliseren, vormcorrecties aan te brengen en gedempte plassen te verwijderen uit de kaartlaag. Voor een aantal watervlakken werden gegevens over waterdiepte en connectiviteit in de attributentabel opgenomen.