VITO - Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor biomassa, versie 3/03/2016. Deze bevat installaties die enkel elektriciteit produceren en installaties die zowel elektriciteit als warmte produceren (of WKK-installaties). Biomassa-installaties die enkel warmte produceren zijn bijgevolg geen onderdeel van deze kaart. Voor de inschatting van de productie wordt meestal gebruik gemaakt van algemene kengetallen. Voor grotere productie-installaties en afvalverbrandingsovens werd wel maximaal uitgegaan van werkelijke productiecijfers (uit bv. jaarverslagen). Bovendien wordt enkel het hernieuwbaar aandeel van de productie opgenomen in de EnergieAtlas. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) wordt voor wat betreft het bijkomend productiepotentieel uit biomassa enkel het potentieel voor pocketvergisting in rekening gebracht. Stallen die meer dan 1000 ton runder- en/of kalvermest hebben, komen hiervoor in aanmerking. Gegeven de huidige trends wordt het maximaal potentieel in dit REV2030-scenario ingeperkt tot 2% naar 2030 toe. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor grootschalige en kleinschalige wind. Voor grootschalige wind wordt uitgegaan van een windturbine van 2,3 MW en voor kleinschalige wind van 300 kW. Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. Voor de kleinschalige wind worden bufferzones rond potentiële locaties voor grootschalige wind reeds in rekening gebracht. In het technisch scenario worden enkel de beperkingen in de ruimte omwille van veiligheidsredenen meegenomen. Voor een overzicht van de gebruikte ruimtelijke randvoorwaarden wordt verwezen naar het rapport. Binnen de beschikbare ruimte wordt vervolgens een maximum aan windturbines geplaatst, rekening houdend met een minimale afstand die tussen de windturbines te respecteren is. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. De gegevens zijn afkomstig van de databank van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen van windturbines van het departement Ruimte Vlaanderen. Hierin werden de vergunde windturbines geselecteerd die al effectief gebouwd zijn (toestand januari 2016). Voor turbines met een vermogen > 300 kW wordt de productie ingeschat door middel van een vollasturenkaart die rekening houdt met het verschil in windsnelheden doorheen Vlaanderen. Voor de kleinschalige windturbines (< 300 kW) wordt met één Vlaams kengetal gewerkt dat afhankelijk is van de ashoogte. We beperken ons tot de windturbines op land. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de statistische sectoren. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor vier types van biomassaverwerkingsinstallaties: grootschalige landbouwvergisters, pocketvergisters, houtverbrandingsinstallaties en GFT-vergisters. We vertrekken hier van de beschikbare lokale biomassastromen (dierlijke mest, GFT- en groenafval, bermgras en tak- en kroonhout) en zoeken vervolgens naar het maximum aan installaties dat in specifieke zoekzones kan voorkomen. Hierbij worden een aantal criteria in acht genomen, zoals te respecteren transportafstanden en mobilisatiefactoren. Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar het rapport. De resultaten worden hier voorgesteld op het niveau van de gemeenten. Een aantal gemeenten dragen het label ‘confidentieel’ om de confidentialiteit van de Mestbankgegevens te kunnen garanderen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag maakt gebruik van de lijst groenestroominstallaties van VREG in dienst genomen tot en met 29/02/2016, waarvan de aanvraag tot toekenning van groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong werd verwerkt tot 3/03/2016, aangevuld met de waterkrachtcentrales van Kwaadmechelen en Olen. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. In dit technisch scenario wordt het theoretisch, technisch maximum met betrekking tot het bijkomende productiepotentieel ingeschat voor fotovoltaïsche panelen (PV). Hierbij wordt de beschikbare ruimte afgebakend waarbinnen de technologie maximaal ingezet kan worden om energie te produceren. Deze afbakening komt tot stand door een combinatie van positieve en negatieve ruimtelijke randvoorwaarden. Zowel het potentieel op daken (residentieel en niet-residentieel) als grondgebonden PV op braakliggende percelen van bedrijventerreinen, brownfields en in de bermen van snelwegen en spoorwegen werd in rekening gebracht bij dit technisch potentieel. Huidige PV-installaties en de open ruimte zorgden voor een inperking van de beschikbare ruimte. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport. De hotspots in Vlaanderen worden voorgesteld met een gefilterd beeld van de resultaten. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag beschrijft de warmteproductie vanuit hernieuwbare energie, ingeschat voor de volgende technologievormen: zonne-energie, biomassa en ondiepe geothermie. Biomassa-installaties die zuiver warmte produceren en niet-grondgekoppelde warmtepompen maken geen deel uit van deze inschatting. Telkens werd gebruik gemaakt van de meest recente publiek beschikbare gegevens. Voor meer informatie over de gebruikte gegevensbronnen en kengetallen wordt verwezen naar het rapport. De totalen per gemeente worden hier uitgedrukt per eenheid van oppervlakte. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. "In het ‘Ruimte voor Energie Vlaanderen 2030’-scenario (REV2030) bekijken we enkel het bijkomend potentieel op de resterende sluizen van het Albertkanaal. Voor bestaande molensites en de overige onbenutte sluizen, nemen we aan dat er geen bijkomend potentieel zal gerealiseerd worden. Voor de inschatting van het potentieel baseren we ons op het gemiddeld potentieel op sluizen in Limburg uit de studie over de inventarisatie van het waterkrachtpotentieel van de vzw TSAP uit 1996. De resultaten worden voorgesteld per gemeente. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel."
-
Deze kaartlaag maakt deel uit van de Hernieuwbare EnergieAtlas Vlaanderen. Deze kaartlaag is gebaseerd op de VREG lijst met groenestroom productie-installaties voor biomassa, versie 3/03/2016. Deze bevat installaties die enkel elektriciteit produceren en installaties die zowel elektriciteit als warmte produceren (of WKK-installaties). Biomassa-installaties die enkel warmte produceren zijn bijgevolg geen onderdeel van deze kaart. Voor de inschatting van de productie wordt meestal gebruik gemaakt van algemene kengetallen. Voor grotere productie-installaties en afvalverbrandingsovens werd wel maximaal uitgegaan van werkelijke productiecijfers (uit bv. jaarverslagen). Bovendien wordt enkel het hernieuwbaar aandeel van de productie opgenomen in de EnergieAtlas. De cijfers per gemeente kunnen ook geraadpleegd worden in de bijgevoegde tabel.