From 1 - 10 / 14
  • INSPIRE - Annex I - aanduidingsobjecten- Agentschap Onroerend Erfgoed

  • INSPIRE - Annex I - aanduidingsobjecten- Agentschap Onroerend Erfgoed

  • INSPIRE - Annex I - aanduidingsobjecten- Agentschap Onroerend Erfgoed

  • De vastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed is een eengemaakte inventaris van vastgestelde landschapselementen. Items die eerder opgenomen waren in de vastgestelde inventaris van houtige beplantingen met erfgoedwaarde of vastgestelde inventaris van historische tuinen en parken werden op 1 januari 2023 van rechtswege opgeheven en opnieuw vastgesteld in de inventaris van landschappelijk erfgoed. Ook de landschapselementen uit de vastgestelde landschapsatlas worden overgezet naar de vastgestelde inventaris landschappelijk erfgoed (dit moet nog gebeuren via een apart MB). Landschappelijke gehelen, blijven wel opgenomen in de vastgestelde landschapsatlas.

  • De Villaretkaart is genoemd naar Jean Villaret, ingenieur-geograaf bij het Franse hof en één van de makers. De kaart kwam tot stand na één van de Franse veroveringstochten door onze gebieden (1745-48). Enkele jaren kregen de Fransen de controle over ons territorium. Zij stuurden een groep ingenieur-geografen op pad om de pas veroverde gebieden te karteren. Villaret nam het gebied tussen Menen-Gent-Doornik tot Maastricht-Luik voor zijn rekening. Het gedeelte van de kust en de Westhoek bracht een collega al eerder in kaart tussen 1729 en 1730. In totaal bestaat de Villaretkaart uit meer dan tachtig kaartbladen. Door de zin voor detail bieden die een uniek zicht op onze gewesten, zo’n kwarteeuw vroeger dan de bekende Ferrariskaart uit 1770-1778. De kaart geeft een rijk beeld van ons cultuurlandschap en de evolutie ervan. Dat is bijzonder interessante informatie voor onder meer erfgoedonderzoekers, landschaps- en monumentbeheerders en archeologiebureau’s. Of het nu gaat om landgebruik, landschapselementen, abdijdomeinen, bewoning, historische wegen of toponiemen, de kaart is een nieuw ijkpunt.De Villaretkaart was jarenlang onbekend en daardoor onbemind. Alle versies bevinden zich in Franse verzamelingen. Voor Franse onderzoekers waren zij minder relevant, voor Belgische onderzoekers niet evident om te raadplegen. De onlangs overleden historicus Carl Vandenghoer bracht de kaart een aantal jaar geleden opnieuw onder de aandacht. De herontdekking is zijn grote verdienste.

  • De Masse-kaarten kwamen tot stand in 1729-1730, toen de Franse ingenieurs-geografen Claude en François Masse (vader en zoon) het grensgebied tussen de Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden (waaruit later België is ontstaan) in kaart brachten. Aanleiding voor deze kartering was de oorlog over de Spaanse troonopvolging die tussen 1701 en 1713 in Europa woedde. Het conflict ging over de vraag wie recht had op de Spaanse troon, nadat de laatste telg kinderloos was gestorven. Frankrijk kwam geschonden uit deze strijd en verloor een deel van zijn territorium, onder andere in West-Vlaanderen. De nieuwe grens vertoonde een ingewikkeld patroon met enclaves langs de grens. Voor Frankrijk was dat het ‘excuus’ voor een kartering van de hele regio. De kartering begon vanaf 1724. Maar de terreinopnames voor de kaartbladen van Ieper, Menen, Kortrijk, Wervik, Veurne, Nieuwpoort, Oostende gebeurden in 1729-1730.Oorspronkelijke schaal 1:28.800 (1 duim=400 vadem)

  • Onze inventarissen bevatten allerlei soorten erfgoed. We hebben huizen, bunkers, kastelen, orgels, beelden, fabrieken en nog veel meer. Hoe divers dit erfgoed ook is, allemaal zijn ze ergens in Vlaanderen terug te vinden. We kunnen ze allemaal aanduiden op een kaart.

  • De thesaurus van materialen bevat materiaal die frequent voorkomen binnen onroerend erfgoed. Bevat labels en concepten zoals _baksteen_, _silex_, _ijzer_, _been_, _beton_, ...

  • De thesarus van gebeurtenistypes bevat verschillende soorten gebeurtenissen die voorkomen in de erfgoedpraktijk. Voorbeelden zijn _opgravingen_, _beschermingen_, _restauratie_, _archiefonderzoek_, ...

  • De thesarus van datering bevat een indeling van tijdslijn in relevante periodes voor onroerend erfgoed, zoals bv. _19de eeuw_, _tertiair_, _ijzertijd_, ...