shapefile
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
INSPIRE themes
-
Deze kaart geeft de afbakeningen weer van de stedelijke gebieden in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Deze afbakening gebeurt aan de hand van de definitieve vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). Volgens de taakverdeling van het RSV worden de grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden afgebakend door het Vlaams gewest (via gewestelijke RUP), en de kleinstedelijke gebieden door de provincies (via provinciale RUP). Deze kaart maakt een indeling volgens type stedelijk gebied op basis van RUP die definitief goedgekeurd zijn. Deze afbakeningen hebben een beleidsmatige waarde. Ze geven aan in welke gebieden een ruimtelijk beleid voor stedelijke gebieden van kracht is. Buiten deze gebieden wordt een ruimtelijk beleid voor buitengebied gevoerd. Deze afgebakende gebieden geven dus informatie over de beleidsmatige wenselijkheid van het al dan niet stedelijk zijn van elk perceel in Vlaanderen. De afbakeningen kwamen tot stand na een planningsproces met lokale en bovenlokale actoren, en dus niet via een rekenalgoritme.
-
Deze datasetserie verzamelt kaartlagen, vectorkaarten en rasters, afgeleid van de Bodemkaart van België en van het Geogologisch 3D model (G3Dv3) en van het Hydrogeologisch 3D Model van Vlaanderen (H3Dv2). Deze kaarten geven weer waar zich potentieel lagen bevinden die zich potentieel plastisch kunnen gedragen (zwellen en/of krimpen) in de bodem (bovenste 1.25m) of dieper in de onderliggende geologische lagen. Momenteel wordt enkel klei, silt en leem in kaart gebracht. Glauconietbijmenging in zanden kan potentieel ook een invloed hebben bij het plastische gedrag van gronden, maar daar wordt nog geen specifiek kaartmateriaal voor verzameld. Ook veen in de bodem en ondergrond kan een invloed hebben op terreindalingen bij droogte. Terreinonderzoek moet steeds uitwijzen of er zich effectief klei of leem in de bodem of ondergrond bevindt, en in welke mate hiermee moet rekening gehouden worden voor het gebruik van deze grond of bij bouwen op of in deze grond.