Creation year

2021

1840 record(s)
 
Type of resources
Metadata standard
standardName
Available actions
Service types
flanderskeyword
Provided by
status
Topics
Keywords
Contact for the resource
Years
Formats
protocol
domain
Representation types
Update frequencies
Scale 1:
Resolution
INSPIRE themes
From 1 - 10 / 1840
  • Contourenkaart van de actie- en waakgebieden i.k.v. het gebiedspecifieke beleid zoals vastgesteld in de herstelprogrammas voor grondwaterlichamen in ontoereikende kwantitatieve toestand binnen het Centraal Vlaams Systeem, het Brulandkrijtsysteem en het Sokkelsysteem (2022-2027)

  • Directe downloadservice voor de Rioolinventaris Vlaanderen.

  • De kaart met oplossingsscenario's voor erosieknelpunten bevat de gegevens uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen in Vlaanderen, goedgekeurd door de afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen van de Vlaamse Overheid. De gegevens uit deze plannen zijn voorstellen van nuttig geachte erosiebestrijdingsmaatregelen. De opname van maatregelen in deze plannen wil niet zeggen dat de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd zullen worden. Aangezien nog niet alle erosiegevoelige gemeenten beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan, is de kaart niet als volledig te beschouwen. Naar schatting hebben ongeveer 120 gemeenten in het Vlaamse Gewest op minstens een deel van hun grondgebied te maken met water- en bewerkingserosie door de combinatie van de hellende topografie, het hoge leemgehalte in de bodem en de landbouwpraktijk met intensieve akkerbouw. In Vlaanderen zijn deze gemeenten geconcentreerd in een band van gemiddeld 30 kilometer in het zuiden van het Gewest. Een 100-tal gemeenten beschikken over een goedgekeurd erosiebestrijdingsplan. Het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan is opgebouwd uit enerzijds de studie van historische en omgevingsfactoren (de analyse van de randvoorwaarden), en anderzijds de identificatie van erosieknelpunten samen met een concept van oplossing bestaande uit een combinatie van brongerichte en symptoomgerichte erosiebestrijdingsmaatregelen voor elk van de knelpunten (de knelpuntanalyse). Een knelpunt wordt gedefinieerd als het gebied dat afwatert naar een gekend erosieprobleempunt. De plannen die ter goedkeuring werden ingediend, werden opgesteld door tien verschillende studiebureaus. De verscheidenheid van naamgeving en symbologie van erosiebestrijdingsmaatregelen werd voor deze kaart gereduceerd tot tien klassen van maatregelen, verdeeld over punt-, lijn- en vlakmaatregelen. De datalaag "plangebieden" bevat de afbakening van de gebieden waarvoor de gemeenten hun gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen hebben opgemaakt.

  • De gebieden in Vlaanderen, waarbinnen natuurinrichtingsprojecten, conform het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997, zijn ingesteld (of zijn ingesteld geweest). Binnen deze gebieden is (of was) gedurende een bepaalde periode een recht van voorkoop van toepassing.

  • gemiddeld aantal afgelegde kilometers per persoon per dag voor verplaatsingen waarvoor gebruik wordt gemaakt van de fiets of elektrische fiets als hoofdvervoerswijze

  • <div style='text-align:Left;'><div><div><p><span style='font-style:italic;'>Overstromingsmodel stad Antwerpen, maximale waterstand in meter, gemodeleerd bij specifiek jaar en herhalingsperiode.</span></p><p><span style='font-weight:bold;'>Doel: </span></p><p><span>Stedelijke gebieden zijn erg kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, vanwege de hoge concentratie van mensen, infrastructuur en economische activiteit, maar ook omdat steden de neiging hebben om extreme klimaten zoals hittegolven en plotselinge overstromingen te verergeren. Climate-fit.city zal de beste beschikbare wetenschappelijke gegevens over het stadsklimaat vertalen in relevante informatie voor publieke en private eindgebruikers die actief zijn in steden in een reeks verschillende sectoren.</span></p><p><span style='font-weight:bold;'>Aanmaak:</span></p><p><span>Th</span><span>e</span><span>map is based on the results of VITO’s urban climate model UrbClim’. For the reference period '2000-2017', the model was driven by ECMWF ‘ERA5' data.</span></p><p><span>The future data are generated by applying climate change statistics, based on a large number of GCMs and RCMs, to the reference data. </span></p><p><span style='font-weight:bold;'>Meer info: </span></p><p><a href='https://climatefit-city.marvin.vito.be/' rel='nofollow ugc'><span>https://climatefit-city.marvin.vito.be/</span><span /></a></p></div></div></div>

  • Klimaatverandering is nu een van de grootste mondiale risico’s voor mens en maatschappij. Ook in Vlaanderen verandert het klimaat. Eenvoudig uitgedrukt zal dit in onze regio zorgen voor ‘drogere zomers, nattere winters, meer hittegolven en een stijgend zeeniveau’. We zullen ons moeten aanpassen aan deze verandering en we zullen oplossingen moeten bedenken om hiermee om te gaan. Dat betekent inzetten op klimaatadaptatie.

  • Hoeveel fijn stof wordt er uitgestoten? Uitstoot opgesplitst in PM2,5 , PM10, totaal stof, elementair koolstof en fijnstofprecursoren.

  • Overzicht van de gebieden waarbinnen, in uitvoering van Art.10 – Art.16 van het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting Dienst voor de Scheepvaart in publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap de Vlaamse Waterweg nv (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 mei 2004), door de Vlaamse Waterweg nv een voorkooprecht kan of kon uitgeoefend worden.

  • De kansenkaart onthardingswinst  bepaalt aan de hand van een relatieve en gestandaardiseerde score van 1 tot 10 welke locaties meer of minder kansrijk zijn voor ontharding dan andere. Deze kansenkaart is gebiedsdekkend voor heel Vlaanderen en geeft per rastercel van 1x1m weer hoe groot de onthardingskans (of het onthardingspotentieel) is voor elke verharde plek. De onthardingskans werd berekend uitgaande van 2 drijfveren voor ontharding: prioriteiten (daar waar verharding een negatieve impact heeft op de omgeving) en opportuniteiten (daar waar ontharding makkelijk te realiseren is uitgaande van de karakteristieken van de verharding zelf). Voor prioriteiten werd rekening gehouden met onder andere pluviaal overstromingsrisico, natuurverbinding, stedelijk hitte-eilandeffect en infiltratiepotentieel. Voor de opportuniteiten werd uitgegaan van onder andere de redundantie van wegenis in het wegennet, geïsoleerde bebouwing, bebouwing in overstromingsgevoelige gebieden, ... Voor de verschillende parameters werden de meest actuele, beschikbare kaartgegevens gebruikt. Voor elke parameter werd een relatieve, gestandaardiseerde score berekend om de kansrijkheid van ontharding uit te drukken i.f.v. een aanwezige prioriteit en/ of een aanwezige opportuniteit. Door vervolgens via een multi-criteria-analyse in GIS de relatieve waardes van de parameters op te tellen, werd een synthesekaart bekomen. Score 1 staat voor een lage relatieve onthardingskans en score 10 staat voor een hoge relatieve onthardingskans. Meer details over de totstandkoming van de onderliggende datalagen en de samenstelling tot de finale kansenkaart lees je in het eindrapport ‘Onthardingswinst: Afwegingskader en kansenkaart, deel 1’ dat je terugvindt via  https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-1 Als aanvulling op de kansenkaart, die inzichten biedt op het macroschaalniveau, werd een afwegingskader opgemaakt om de onthardingsmogelijkheden meer gebiedsspecifiek te evalueren. Dit afwegingskader staat beschreven in deel 2 van het eindrapport : https://researchportal.be/nl/publicatie/onthardingswinst-afwegingskader-en-kansenkaart-deel-2