
Type of resources
Metadata standard
standardName
flanderskeyword
Provided by
Keywords
Years
domain
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Het Wegenregister is het middenschalig referentiebestand van de wegen in Vlaanderen. Het moet alle (openbaar toegankelijke) wegen van Vlaanderen bevatten, met bijbehorende attribuutgegevens. De laag wegenregister_straatas_postzone wordt via een dagelijks lopend script afgeleid van de basislaag van het Wegenregister dat bestaat uit segmenten. Een straatas is een verzameling van één of meerdere segmenten. De straatassen worden in deze laag opgedeeld in de postzones binnen de stad Antwerpen met het bijbehorende district. </SPAN><SPAN> Daarnaast bevat de laag per straatnaam een Rijksregisterstraatcode.</SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Strategische geluidsbelastingskaart voor de stad Antwerpen betreffende spoorverkeer volgens RL 2002/49/EG. Het referentiejaar van deze data is 2011. Op de geluidskaart wordt aangegeven aan hoeveel geluid de omgeving wordt blootgesteld. De geluidsbelasting wordt daarbij uitgedrukt in de parameter Lnight. Het Lnight-niveau is het jaargemiddelde geluidsniveau tijdens de nacht (23-07u) en is een van de geluidsindicatoren die representatief zijn voor mogelijke nachtelijke slaapverstoring. Deze geluidsbelastingskaarten worden geactualiseerd om de 5 jaar.</SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Deze grondwaterkaart geeft de stand/hoogte van het freatische grondwater en de overheersende stromingsrichting weer ten opzichte van de Tweede Algemene Waterpassing (TAW), het topografisch referentievlak in Vlaanderen. Dit werd opgesteld aan de hand van het bestaande peilbuizennetwerk van de stad Antwerpen. Op plaatsen waar grondwaterdata ontbrak, zijn in het kader van dit onderzoek, aanvullende peilbuizen geplaatst. Net zoals bij de grondwaterkaart (m-mv) werden hiervoor bijkomende gegevens opgevraagd van sonderingen uit de Databank Ondergrond Vlaanderen gebruikt.</SPAN></P><P><SPAN>In het kader van het hemelwaterbeleid en de principes van optimale afkoppeling met als doel de natuurlijke afstroming en infiltratie van regenwater te bevorderen, is het van belang om een inzicht te hebben in de bodemgesteldheid en infiltratiegevoeligheid van de bovenste grondlaag in Antwerpen. Op die manier kan de integratie van waterbeheer in het stedelijk ontwerp effectiever en efficiënter gestuurd worden, alsmede de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor toekomstige bouwprojecten. Zo ontvangen de stadsdiensten regelmatig vragen van aannemers, architecten en studiebureau’s over infiltratiemogelijkheid op een bepaald perceel. Ook bij het ontwerp en uitvoering van openbare stadsvernieuwingswerken is deze informatie belangrijk. De opmaak van geohydrologische kaarten kan een bijdrage leveren aan een betere afstemming tussen ruimtelijke planning, ontwerp van de publieke ruimte, groenbeheer en waterbeheer. Het is goed mogelijk om kosten te besparen door meerdere beheeraspecten te combineren met de aanleg van groen-blauwe structuren: het aanpakken van wateroverlast, tegengaan van bodemverdroging, ontwikkeling van meer stedelijke natuur en biodiversiteit. Ten slotte, worden deze gegevens als onderbouwing gebruikt bij de opmaak van het hemelwaterplan; een plan waar op wijkniveau aangeduid wordt hoeveel infiltratie- en/of buffercapaciteit wenselijk is en in welke vormen (bv. als collectieve wadi, gracht of vijver). </SPAN></P><P><SPAN>De opdracht betreft de opmaak van 4 geohydrologische kaarten, met name: een bodemkaart, een grondwaterkaart (meter - maaiveld) met een jaargemiddelde diepte van de freatische grondwatertafel onder straatniveau, een grondwaterkaart met jaargemiddelde peilen ten opzichte van het topografische referentieniveau (meter -/+ TAW) en een infiltratiekaart van de regio Antwerpen. De studie kadert binnen de karakterisering van de ondergrond van Antwerpen met het oog op de lokalisatie van infiltratiegevoelige gebieden voor toekomstige bouwprojecten. Deze kaarten beschrijven de ganse regiohet grondgebied van Antwerpen (stad Antwerpen met haar 9 districtenen deelgemeenten), met uitzondering van het Antwerpse havengebied. Voor de rechteroever van het Antwerpse havengebied zijn de mogelijkheden van hemelwaterinfiltratie en –buffering reeds onderzocht (Wat met hemelwater in het havengebied Antwerpen?, IMDC iov Port of Antwerp en Alfaport, 2013). In functie van het kalibreren en berekenen van grond- en grondwaterdata was het wel van belang om het havengebied te integreren in het modelgebied. . Het studiegebied wordt ten noorden, oosten, zuiden en westen, respectievelijk begrenst begrensd door de landsgrens en gemeenten Berendrecht, Deurne, HobokenStabroek, Kapellen, Brasschaat, Schoten Wijnegem, Wommelgem, Borsbeek, Mortsel, Edegem, Aartselaar, Hemiksem en LinkeroeverZwijndrecht.</SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Zone waar handelaars langer kunnen open blijven dan normaal is toegestaan, vanwege het toeristische karakter. </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Samenvatting:</SPAN></P><P><SPAN>De contour van de Antwerpse stortplaats 'De Hooge Maai' werd ingetekend a.h.v. de 'geotegels' die de havenregie ter beschikking stelt en omvat het gebied waar het meerendeel van het Antwerpes restafval gedeponeerd wordt. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Doel:</SPAN></P><P><SPAN /></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Aanmaak:</SPAN></P><P><SPAN>'geotegels' havenregie </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Samenvatting:</SPAN></P><P><SPAN>De contouren van de waterzuiveringsinstallaties werden a.d.h. van de luchtfoto's en informatie van Aquafin ingetekend. De RWZI's zuiveren het huishoudafval- en rioolwater alvorens het in het Albertdok of de Schelde geloosd wordt. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Doel:</SPAN></P><P><SPAN /></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Aanmaak:</SPAN></P><P><SPAN>Ingetekend op basis van de luchtfoto en informatie van Aquafin </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Samenvatting:</SPAN></P><P><SPAN>Het Sociaal Impulsfonds (SIF) was een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap met als doel de gemeenten te ondersteunen in hun beleid voor een meer leefbare gemeente. Een aantal principes stonden hierin centraal: Het betrekken van lokale actoren bij de planning en de uitvoering; De uitwerking van een (beleids)meerjarenplan, dat duidelijk de samenhang van het beleid en de relatie tussen het reguliere beleid en het impulsbeleid met SIF-middelen aangeeft. De Vlaamse Gemeenschap maakte de uitkering van de middelen afhankelijk van het bereiken van bepaalde resultaten. Het Antwerpse Sif-Beleidsplan dat oa ook de te continueren VFIK-projecten (Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen) bevatte, werd goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 18 oktober en 15 november 1996 en door de Gemeenteraad op 18 november 1996. Dit plan was een meerjarenplan dat werd opgemaakt voor een periode van drie jaar (in concreto 1997-1999). Voor de periode 2000-2002 werd een nieuw beleidsplan opgesteld, waarin bestaande initiatieven werden voortgezet en nieuwe projecten een kans kregen. Hoewel er niet echt meer sprake was van een impulsgebied, bleven de meeste inspanningen in dezelfde wijken geconcentreerd als in de vorige SIF-periode. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Doel:</SPAN></P><P><SPAN>Visualisatie en afbakening van het de SIF_gebieden voor de stad Antwerpen. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Aanmaak:</SPAN></P><P><SPAN>De SIF-gebieden werden afgebakend op basis van een score van de overeenkomstige sectoren op vier domeinen, zijnde leefkwaliteit, omgevingskwaliteit, welzijn en kansarmoede. Het SIF bood de lokale besturen in dit verband de gelegenheid te werken aan de globale verbetering van de stedelijke samenleving door een twee-sporenaanpak:enerzijds moest het beleid de gehele bevolking van de stad (verbetering van welzijn) en het gehele stedelijke grondgebied (verbetering van de leef- en omgevingskwaliteit van de stad) ten goede komen anderzijds moest het beleid specifieke doelgroepen (bestrijding van de kansarmoede) en specifieke gebieden (verbetering van de leef- en omgevingskwaliteit van achtergestelde stadsdelen) ten goede komen. Hiermee werd een duidelijke trendbreuk gerealiseerd ten opzichte van het eerder impulsbeleid dat geïnitieerd werd door de Vlaamse Overheid. Dat richtte zich namelijk exclusief op specifieke doelgroepen (VFIK) of achtergestelde stadsdelen (Herwaarderingsgebieden, Sociale Vernieuwing). </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Samenvatting:</SPAN></P><P><SPAN>Urban 1 was een specifiek stedelijk initiatief van de Europese Gemeenschap opgestart in het kader van de heropleving van probleembuurten in steden binnen de Europese Unie. Het programma liep van 1994 tot 1999 en werd ge(co)financierd vanuit het 'Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)' en het 'Europees Sociaal Fonds (ESF)'. Na Urban 1 werd in 2000 het urban 2 programma opgestart. Zoals Urban 2 is Urban 1 een regionaal afgebakend programma. Bron: AG Vespa. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Doel:</SPAN></P><P><SPAN>Visualisatie en afbakening van het Urban 1 gebied voor de stad Antwerpen. </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Aanmaak:</SPAN></P><P><SPAN>Antwerpen Noord en Oud-Borgerhout werden afgebakend als Urban 1 gebied op basis van hun kenmerken als 'probleembuurten' (sociaal-economisch zwakkere bevolking, een negatief imago, verwaarlozing en leegstand van panden, ..). Het subsidieprogramma voor de stad Antwerpen van URBAN 1 wilde de inspanningen echter vooral concentreren op de stationsomgeving ten Noorden van de Carnotstraat. Binnen dit gebiedgerichte kader werden een hele reeks projecten (mede) gerealiseerd: bedrijvencentrum NOA, heraanleg De Coninckplein, Permeke, Designcenter, Ecohuis, Wijkmanagement, renovatie schoolgebouwen Schoolplak, project Gevelrenovatie, Bron: AG Vespa </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Samenvatting:</SPAN></P><P><SPAN><SPAN>In het s-RSA wordt vanuit een algemene visie een toekomstig ruimtelijke beleid voor de stad voorgesteld. De strategische kaart is de synthese van het te voeren actief beleid van het s-RSA. Deze kaart is als volgt opgebouwd: </SPAN></SPAN></P><UL><LI><P><SPAN>De strategische kaart bestaat uit 5 strategische ruimtes: de harde ruggengraat, de zachte ruggengraat, de groene singel, het levendig kanaal en het lager netwerk. Een strategische ruimte vervult een sleutelrol in het actief beleid van het s-RSA. Het is in deze ruimtes dat de stad de komende 15 jaar prioritair wenst te investeren met mensen en middelen.</SPAN></P></LI><LI><P><SPAN>Binnen elke strategische ruimte heeft het s-RSA strategische programma’s afgebakend. Een strategische programma geeft een meer specifieke en pragmatische inhoud aan de strategische ruimte. </SPAN></P></LI><LI><P><SPAN>Voor elk programma heeft het s-RSA eveneens strategische projecten aangeduid: dit zijn de vooropgestelde acties waarmee het structuurplan de visie en gebiedsgerichte doelstellingen wil realiseren. </SPAN></P></LI><LI><P><SPAN>Sommige strategische projecten zijn prioritair: dit zijn de zogeheten hefboomacties. </SPAN></P></LI></UL><P><SPAN /><SPAN><SPAN>Het "lager netwerk" is een van de vijf strategische ruimten van het s-RSA. </SPAN><SPAN>Het "lager netwerk" is het fijnmazig netwerk van straten, boulevards, tram- en buslijnen, fiets- en voetpaden dat de stedelijke of buurtcentra met elkaar en met de binnenstad verbindt en op die manier de verschillende "dorpen" binnen Antwerpen versterkt. Om de identiteit van elke districtskern te verbeteren moet gewerkt worden aan een goed openbaar domein. </SPAN><SPAN>De boulevards vormen, samen met de winkelstraten en de alternatieve routes, één van de programma's van het "lager netwerk". De Oost-West boulevards zijn onderdeel van het programma voor de boulevards. </SPAN></SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Doel:</SPAN></P><P><SPAN>Visualisatie en afbakening van de Oost-West boulevard van het "lager netwerk" voor de stad Antwerpen. De afbakeningen zijn geen harde grenzen, en kan men verder preciseren in het uitvoeringsproces. Algemeen geldt dat de strategische kaart geen zoneringsplan of bodembestemmingsplan is. De kaart bevestigt of ontkent geen bouwrechten </SPAN></P><P><SPAN STYLE="font-weight:bold;">Aanmaak:</SPAN></P><P><SPAN>De kaartlaag is het resultaat van de omzetting van de strategische ruimten naar shape-formaat. De autocad-kaarten en de overeenkomstige rasters werden hiervoor als basis gebruikt. De intekening gebeurde met behulp van de grootschalige basiskaart van de stad Antwerpen. De kaartlaag geeft aan waar de Oost-West boulevards van het "lager netwerk" zijn afgebakend. </SPAN></P></DIV></DIV></DIV>
-
<DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>De overstromingskaarten werden opgemaakt in het kader van de rivierimpactstudie aan de hand van een InfoWorks ICM model van de waterlopen.Niet alle waterlopen zijn nu beschikbaar in deze laag.</SPAN></P></DIV></DIV></DIV>